Wij verwijzen naar het reeds vroeger gezegde, onder bijvoeging dat

„de overlevering het wel eens meer nns had.

Na het verschijnen van onze Contributions V, waarvan de Heer Van Eeden kennis droeg, schreef deze zijn zeer lezenswaardig botanisch opstel Van Callantsoog tot St.-Pancras" in het Album der Natuur van 1893" bladz. 130. Hier en daar beweegt zich de geachte schrijver weder terioops op geologisch gebied. Zoo vermeldt hij eene dubbele duinenreeks tusschen Petten en Callantsoog, die ons onbekend was gebleven; tusschen beide rijen bevindt zich „eene lange en breede vallei 1het:Zwanenwaeter een onafzienbaar dal, ter weerszijden door duinen begrensd. Op bladz.

geeft hij de voor ons belangrijke mededeeling, dat de buitenste dm keten eerst na x664 gevormd werd en dat het Zwanenwater dus vroeger, na IS97, op het open strand lag. Nevens deze zeer bruikbare opme kingen komt echter op bladz. 146 „de breede stroom van Petten weder ten tooneele, die de oorzaak heet te zijn van „den breeden zandrug, waarop St.-Pancras ligt. Vele oorzaken hebben dien stroom doen verdwijnen, en niet het minst de voortdurende daling van den bodem, waardoor de zee de overhand kreeg en de eenmaal diepere bedding verzandde. Ver in zee liggen nog de overblijfsels van voormalig bewoond land- bosschen van rietzoden, zelfs oude wegen en wagensporen.

mt de daling van den bodem de zee de overhand kan doen verkrijgen en zoo kan maken, dat eene rivierbedding verzandt (dus door zee zand bedekt wordt) is zeer goed denkbaar, maar dan moeten er ook werkelijke geologische bewijzen aanwezig zijn, dat er vroeger eene rivier heeft geloopen; zand of klei met rivierschelpen moet onder het zeezand worden aangetoond. De verhalen en bespiegelingen der bewoners kunnen misschien een nader onderzoek uitlokken, maar een behoorlijk g^ologisc bewijs kunnen zij niet vervangen. Overigens verwijzen wij naar het op de vorige bladzijde gezegde over het onderscheid tusschenkree rivier Onderzeesche wagensporen op zand zijn ondenkbaar, men j

eZn vloed op het strand zien, hoe snel de golfslag wagensporen indrukken van paardehoeven, enz. uitwischt. Op de kust van Bretagne schijnen (op gezag van Chèvremont) werkelijke onderzeesche wagensporen gevonden te zijn, maar dan in vaste rotsen.

Gaan wij thans over tot de vermelding der feitelijke waarnemingen zonder ons nog met eene verklaring in te laten, dan kunnen wij de nenduinen in vijf natuurlijke groepen verdeelen en behandelen.

I. Tusschen 's Gravesande en den Ouden Rijn.