BINNENDUINEN EN BODEMBEWEGINGEN

DOOR

Dr. J. LORIÉ.

(Met drie platen).

VOORWOORD.

Nadat in een paar vroegere jaargangen van dit Tijdschrift door ons eene meer beknopte en meer populaire omwerking van onze „Contributions a la Géologie des Pays-Bas" II met III en I met IV was gegeven, bestond reeds geruimen tijd het plan evenzoo te handelen met onze Contribzitions V. Door verschillende omstandigheden bleef dit voornemen echter tot nu toe onuitgevoerd. De belangstellende lezer vindt het hoofdzakelijke van II en III terug onder den titel van „Beschouwingen over het Neder landsch Diluvium" in jaargang 1887, van I en IV onder den titel van „ Wat eenige diepe Putboringen ons geleerd hebben" in jaargang 1891. Alvorens thans tot V, getiteld „Les Dunes intérieur es, les Tourbières basses et les Oscillations du Sol" verschenen in de „Archives du Musée Teyler" van 1890, over te gaan, enkele woorden naar aanleiding van een citaat, dat onze aandacht reeds voor 8 jaren bijzonder trok.

Von Scheffel doet zijnen bekenden roman „Ekkehard" door een „ Vorworf voorafgaan, dat hoogst lezenswaardig is en het verhaal van eene kleine episode uit zijn leven behelst, met eenige daaraan vastgeknoopte bespiegelingen. Wij willen een paar gedeelten daarvan getrouw vertalen, omdat zij ook op onze beschouwingen en wijze van in het licht geven nagenoeg woord voor woord toepasselijk zijn.

I. „Een eeuwig bevangen blijven in ruw materiaal, een gelijkschatten „van het onbeteekenende en het belangrijke, een afschuw voor eenig rond „afsluiten, omdat mogelijk hier of daar nog een lapje toegevoegd zoude „kunnen worden, dat weder nieuwe toelichting geeft, en in het geheel „eene litteratuur van geleerden voor geleerden, die de meerderheid van „het volk zonder belangstelling voorbijgaat, terwijl het met eenen blik „hemelwaarts zijnen Schepper dank zegt, dat het niets daarvan behoeft „te lezen."

Verder vertelt Von Scheffel ons hoe hij eenmaal met vrienden in

49