Bt Babas Hantoe en het Madi-gebergte bereikte ik op 23 September de Rei Keremoei Melawi. Ik zakte de Keremoei en daarna de Melawi af tot Kwala Lekawai. De Sei Lekawai voer ik op tot aan het hoogst gelegen Dajaksch huis Kwala Maribooi. Van daar uit besteeg ik eerst den Bt Sedaroeng en drong toen door in het nog nimmer door een Europeaan betreden Alpenland, waarvan de Bt Raja da hoogste top is. Het gelukte mij, gedurende een uiterst moeielijken tocht van acht dagen, den hoogsten top van den Bt Raja te bereiken en daar een reeks van zeer interessante waarnemingen te doen. Mijn bivonac bij den top lag op een hoogte van ongeveer 2000 Meter. Wij leden allen zeer door de koude. Op 9 October keerde ik te Maribooi terug en vertrok reeds den volgenden dag hierheen. In drie forsche dagmarschen bereikte ik de Sei Kowin, een zijtak van de Sahai, die verder in de Samba valt. Gisteren te 10 ure des morgens stond ik op de waterscheiding en lag de Zuiderafdeeling voor mij. De waterscheiding is hier ± 500 Meter hoog. Ik laat hier een sampan maken, doch heb reeds eenige lieden stroomaf gezonden om te trachten daar een sampan te koopen of te huren. Dit geheele gebied, ook de Samba, is nog nimmer door een Europeaan bereisd. Ik heb vrij wat moeielijkheden moeten overwinnen, doch zij waren niet van zeer ernstigen aard; mondeling hoop ik U in het laatst van November te Pontianak nog het een en ander hierover te kunnen mededeelen. Ik moet dan nog naar Sintang om mijn collecties voor verzending gereed te maken. Daar mijn verloftijd bijna is verstreken, zal ik mij zeer moeten haasten en ik hoop, zoo ik te Pontianak mocht komen op een tijd, dat de Kwantan niet naar boven gaat, van de Karimata te mogen gebruik maken om mijne goederen van Sintang te halen.

Uw Dw. Dienaar (get.) G. A. F. Molengraaff.

Nog eens de grootte der residenties van Sumatra.

Op blz. 294 van dit deel van het tijdschrift verraste ons de heer H. Ph. Th. Witkamp met nieuwe officiëele cijfers over de grootte der gewesten buiten Java en Madoera. Bijzonder trokken die cijfers mijne aandacht voorzoover ze op Sumatra betrekking hadden '); deze toch bewijzen, dat de metingen en berekeningen op het Topographisch Bureau te Batavia verricht in 1892 en 1893 , het gouvernement eindelijk hebben doen zien, dat de oude officiëele cijfers zeer weinig betrouwbaar waren en dat die welke voorkwamen in de laatst verschenen «Bevölkerung der Erde" veel dichter bij de waarheid kwamen. Merkwaardigerwijze heeft het Topographisch Bureau de grenzen ongeveer evenzoo getrokken als Prof. Wagner ze aannam en niet zooals ze moeten zijn volgens 't Koloniaal Verslag 1878, § 4 '); naar die «officiëele grenzen" nam de heer Witkamp vroeger de grootte der residenties op en hij verkreeg geheel afwijkende cij-

1) T. K. N. A. G. Deel IX (1892) blz. 1047 en Deel X (1893) blz. 474 v.v.

2) T. K. N. A. G. Deel X (1893) blz. 474 en 475.