dat onder gunstiger omstandigheden (d. w. z. wanneer er geen paniek in de OeloeMahakkam heerscht) het doortrekken naar Koetei zeer goed mogelijk zal blijken te zijn, mits de persoon, die den tocht onderneemt, goed bekend en liefst ook bevriend zij met de Kajans van de Mandalem, die hij als gidsen zal moeten medenemen. Mij persoonlijk zijn de Kajans zeer goed bevallen.
En nu de plannen van de eerstvolgende maanden.
Dr. Nieuwenhuis is te Poetoes Sibau gebleven en is voornemens een paar maanden door te brengen aan de Mandalem, om de zeden en gewoonten der Kajans te bestudeer en.
Ik zelf ga, zoodra mijn collecties in orde zijn, het bergland tusschen de Oeloe Seberoeang en de Oeloe Embahoe, de westelijke uitloopers van het Mandei-gebergte, geologisch onderzoeken. Ik hoop 25 Augustus weder hier te zijn. Daarna ben ik voornemens naar Boenoet te gaan en van daar de Sei Boenoet en daarna de Sei Tebaoeng op tot aan het punt, waar deze ophoudt bevaarbaar te zijn. Dan wil ik een snelpad der Poenans volgen van de Oeloe Tebaoeng dwars over het Mandei-gebergte naar de Oeloe-Melawi. Dan wensch ik de Melawi een weinig af te zakken en het gebied in de nabijheid van den Bt Raja te onderzoeken. Op den BtRaja, den hoogsten berg van de Wester- en Zuider-afdeeling, 2278 Meter hoog, hoop ik de grens van de "Westerafdeeling nog eens te overschrijden. Dit zal een zeer moeilijke tocht zijn, die wel den tijd, dien ik nog beschikbaar heb, grootendeels in beslag zal nemen.
Op het oogenblik is door laag water de stoombootverbinding met Pontianak verbroken en daarmede praktisch bijna ook de postverbinding. Mijn laatste brief uit Nederland is 16 Mei afgestempeld en het is nu 28 Juli, en er is niet de minste kans binnen 14 dagen hier weder iets te ontvangen. Dat is de donkerste schaduwzijde van het reizen in de binnenlanden van Borneo..
Met de meeste hoogachting heb ik de eer te verblijven
Uw dw. dr.
G. A. F. Molengraaff.
Wij laten hier nog volgen een later schrijven van den heer Molengraaff, dat wij inmiddels van de Maatschappij ter bevordering van het Natuurkundig onderzoek der Nederlandsche Koloniƫn ontvingen.
Brief van Prof. Molengraaff aan den heer assistent-resident Bakker te Pontianak.
Bivouac Pangkalan Oeloe Kowin Borneo's Zuiderafdeeling 12. 10. 94.
Hoog Geachte Heer,
Het is mij aangenaam u te kunnen mededeel en, dat de tocht, dien ik op 4 September van uit Smitau ondernam, tot nu toe voorspoedig is geweest. Van uit Boenoet ging ik de Sei Boenoet en daarna de Sei Telaoeng op, maakte verscheidene nevenuitstapjes om bergen te bestijgen en tegen den 16den September de landreis van uit de Oeloe Tetaoeng. Na acht forsche dagmarschen dwars over den Bt Beransa, den
66