Blz. 53S, r. 17 v. b. „Talès".
„Talës" (niet talès) is de algemeene Jav. naam voor Colocasia- en Alocasia-soorten, waarvan de oneetbare talès sénté of sinté de grootste is (volgens Jansz. Supplement Woordenboek = alocasia macrorrhiza). Verder „talës kimpoel, talës pari, talës Batawi, talës gëlo. Sollewijn Gelpke zegt hieromtrent: „Van veel belang voor de Javaansche huishouding „is de talës, wier bloemen antjol, bladeren loemboe, bladstelen lompong, „en knollen, zoowel de groote bentoel, als de kleinere tlotjor, eetbaar „zijn. Men heeft er verscheidene soorten van.
„De bentoel kenmerkt zich door een enkelen knol, terwijl de overige „soorten er vele hebben, de gëlo pari door de kleine en smalle bladeren, de gagakkan door de donkerroode blaren en bladstelen, de „bantèn door de donkerroode kleur der vruchten, de detnpel door den „opeengedrongen groei der knollen. (Naar aanleiding van Staatsblad „1878, N°. 110, III, blz. 70—71).
Ib. r. 7 v. o. „Katèla".
Namelijk „katèla rambat" (d. i. kruipend), in tegenstelling van „katèla pohon", ook wel poehoeng of pohong (Pasoeroean) of boedin (Banjoemas), zooals de Janipha manihot genoemd wordt.
Ib. r. 3 v. o. „Een aangename groente".
En een zeer geacht veevoeder, even als de bladeren van kedelee, katjang tjina, mals en van de nangkaboomen.
Blz. 536, r. 4. v. b. „aardappelen, op eene hoogte van 3000 k 4000 voet gekweekt".
De beste reputatie op Java hebben de Tenggersche (Pasoeroeansche) aardappelen, welke op 5000—7000 voet worden geteeld.
Ib. r. 18 v. b. „bijna geheel tot Bantam beperkt".
Tegenwoordig wordt de kassave, dank zij de bemoeienis van het bestuur, overal op Java geteeld en is werkelijk, zooals Prof. Veth dit wenschte, een waarborg geworden tegen hongersnood.
Blz. 542, r. 10 v. o. „In Bagelen".
Indigo-ondernemingen bestaan tegenwoordig ook in Tegal, Pekalongan , Semarang, Djepara, Rembang, Pasoeroean, Banjoemas, Madioen en Kediri.
Deze zinsnede zal dus moeten vervallen.
Blz. 543, r. 13 v. o. „Pakoe saba" zal moeten zijn „pakis saba".
Blz. 544, r. 17 v. o. „Komt slechts hier en daar in tuinen voor".
De Kasoemba këling wordt zeer menigvuldig geplant als levende heg rondom tuinen en velden, zoowel op Oost- als op West- en Midden-