Blz. 147, r. 11 v. o. „De sengon levert den inlander een licht en deugdzaam timmerhout".
Het sengon-hout is weinig deugdzaam, het zwartachtige hout van den weroe- boom (in O. Java wang kal, hoewel deze naam ook voor eene andere daarop gelijkende boomsoort schijnt gebezigd te worden) is veel beter voor huisbouw, ja een der beste houtsoorten van Java. Blz. 151, r. 2 v. b. „nepenthaceeen".
Deze behooren n.f. in de 2de en 3de zone te huis. Althans bij den Dieng groeien zij boven 4000 tot 6000 è. 7000 voet.
Ib. r. 17 v. o. „Stelechocarpus burahol" = këpël (J.).
Ib. r. 11 v. o. Invoegen achter „werd": „Nog altijd wordt deze boom „bijna uitsluitend op de erven der vorsten en aanzienlijken in de „Vorstenlanden gekweekt, die op zijne — voor vele Europeanen walgelijke — vruchten verzot zijn".
Ib. laatste regel, „pedati's". Zijn nagenoeg geheel in onbruik. In de Gouvernements-landen althans zijn zij overal verboden, omdat de schijfwielen de wegen bederven.
Blz. 152, r. 1. „De ficus-soorten, de kiara's der inlanders". Lees: der Soendaneezen. De Javanen noemen de ficus-soorten bij verschillende namen: wringin , seprih, boeloe, karèt, këbëk, gondang, lo, awar-awar, etc. Blz. 155, r. 7 v. b. „met de levendige kleuren van velerlei bloemen getooid".
Men houde bij deze en dergelijke beschrijvingen wel in 'toog, dat het Indische landschap, waar ook, in vergelijking van Europa steeds buitengemeen arm is aan bloemen, vooral dicht bij den grond.
De Europeesche bebloemde weiden vindt men nergens op Java terug. Ib. r. 7 en 5 v. o. „In enkele gedeelten van Midden Java wordt op „deze hoogte ook tarwe verbouwd, waarvan men te Salatiga en Samarang „uitmuntend brood bakt".
Dit behoort n.f. tot de geschiedenis. Jammer genoeg! In Tëngger komt hier en daar rogge sporadisch voor, door de bevolking aangehouden voor de bereiding van tapéj (lekkernij van gegiste zetmeel-stoffen). Blz. 156, r. 16 v. o. „Kondang" beter „gondang".
De Ficus ceriflua is volgens Junghuhn de eenige was opleverende kondang ').
I) Dit betwist ik volstrekt niet, en hetgeen ik over den kondang gezegd heb is aan Junghnhn's Java ontleend; maar subracemosa is slechts een nieuwere naam voor den thans minder gebruikelijken ceriflua. Zie Miquel, Flora van N.-I. I, 2, bl. 330 en Filet, Flantk. Wdbk. n°. 4867 en 5006. P. J. V.