Ook boven Venloo vond ik van dezen vroegeren Maasloop sporen terug, die evenwel minder duidelijk zijn.
De spoorweg volgt er eenen lagen rug met eene reeks zandstuivingen, die op de Geologische kaart niet zijn weergegeven en geheel beantwoorden aan die van Velden, enz. Tusschen dezen rug en het grindplateau bevindt zich de geul, die bij Reuver den naam van „De Heide" draagt en hier reeds eenigszins vochtig is. Nog meer is zulks het geval bij Belfeld, zooals de naam „Meelder-Broek" reeds doet vermoeden; eene geringe veenvorming met riet en biezen kan men hier herkennen.
Het duidelijkst wordt de geul aangegeven door de bovenloopen van een drietal beken, de „Schelkens-Beek, Gans-Beek en Aals-Beek", die juist in elkanders verlengde en evenwijdig aan de Maas vloeien.
Ik wil thans ter vergelijking de hellingen der verschillende Maasloopen van tegenwoordig en vroeger in cijfers'brengen, waaruit duidelijk blijkt hoe die helling gaandeweg is afgenomen, doordat de Maas hare bedding vooral stroomopwaarts steeds dieper heeft ingesneden. Het verval wordt daarbij in millioenste deelen van den afstand uitgedrukt.
i°. Maas Venloo—Boksmeer. Lengte 40 700 M., verval 11—8,45 = 2,55 M. of 65.
2°. Vroegere Maasloop van Venloo tot aan den grindweg Bergen—Goch. Lengte 33000 M., verval 21,20—16,35 = 4,85 M. of 150.
30. Maas tusschen Maastricht en Crèvecoeur, lengte 230 000 M., verval 43—3 = 40 M., gemiddeld 174.
40. Ontworpen Peelkanaal (gedeeltelijk uitgevoerd) van het Noorderkanaal bij Meijel tot Grave. Lengte 51 870 M., verval 33,9—14,2 = 19,7 M. of 380.
50. Maas tusschen Maastricht en Roermond. Lengte 68 500 M., verval 43—15 = 28 M. of 400.
6°. Loop der Dommel (in rechte lijn) van Valkenswaard naar 's Hertogenbosch, lengte 40000 M. verval 25,5—7 = 18,5 M. of 460.
7°. Zuid-Willemsvaart tusschen Nederweert en Veghel, lengte 44 227 M. verval 31,60—8,50 = 23,10 M. of 532.
8°. Oorsprong der Dommel tot Crèvecoeur (in rechte lijn) lengte 100 000 M., verval 73—3 70 M. of ÏOO.
90. Hoogste punt van het plateau der Kempen bij Asch tot Crèvecoeur, lengte 96 000 M., verval 98—3 =: 95 M. of IOOO.
Dit laatste cijfer geeft dus de gemiddelde helling aan, langs welke de Wilde Wateren vloeiden en die natuurlijk naar het Z. steiler, naar het