bekken, oostwaarts naar het Maasdal en zet zich zuidwestwaarts eveneensvoort in bovengenoemd Kempen-plateau, waar de laagte dus verdwijnt,, hetgeen men op de kaart zeer goed kan vervolgen aan de vereeniging der waterscheidingen, die over de hoogste punten loopen.

Het grensplateau is een zeer vlakke rug, die gedeeltelijk van het Z. Z. O. naar het N. N. W. gericht is en een drietal langwerpige hoogvenen draagt, ter weerszijden door woeste heiden begrensd. De bebouwde gronden en de dorpen vertoonen zich eerst op belangrijken afstand van het hoogveen, zooals een blik op de Geologische kaart aanstonds doet zien.

Beginnen wij met het eerste der drie hoogvenen, waarvan het noordelijke gedeelte den naam draagt van „Domeinen-PeelOp de Topografische kaart ziet men echter het woord „Peel" nog verder noordelijk vermeld, in de „Gasihuizer-Peel" en „Gras-Peel", die evenwel geen venen of moerassen zijn, maar zandvlakten, waarin hier en daar ook Grinddiluvium optreedt. Zij zijn evenwel betrekkelijk vochtig in vergelijking met de iets hoogere heiden, die ze ten O. en ten W. begrenzen. In de Gras-Peel ontspringt het beekje de „Hooge-Raam", dat zich bij Escharen met de „Lage-Raam" vereenigt en als „Raam" bij Grave in de Maas uitmondt. Voor mijne onderzoekingen is deze „Hooge-Raam" van veel gewicht en ik heb daarom zeer het gemis van eene geteekende waterscheiding met de Lage-Raam op de Waterstaatskaart ondervonden.

Bij het gehucht Zandvoort zijn de beide oevers der Hooge-Raam zeer duidelijk en vormen eene vrij diepe geul, die als de trechtervormige vernauwing en verdieping mag beschouwd worden van de veel breedere en flauwere geul der „Gasthuizer-Peel" tusschen de iets hoogere heiden ter weerszijden.

Op den linkeroever daarvan ligt het dorp Zeeland, terwijl Nistelrode, Uden , Volkel en Boekei zich reeds aan de westhelling van het grensplateau, dus in het stroomgebied der Aa bevinden.

De rechteroever valt nog beter in het oog en draagt de dorpen Langeboom en Mil, terwijl St. Hubert en Wanrooi reeds op de oosthelling van het plateau liggen, ter hoogte van het eerste werkelijke hoogveen, de „Domeinen-Peel".

Dat deze Peel in eene geul ligt, valt zeer duidelijk in het oog op den straatweg van St. Hubert naar Volkel, die ze kruist. In dit gedeelte is de veenlaag nog dun en niet veel meer dan een „plaggenveen", meer Z. wordt