DE GEDAANTEWISSELINGEN DER SCHELDE EN DER MAAS
DOOR
Dr. J. I j O R X É.
(Met kaarten n°. V en VI).
Dat rivieren haren loop gewijzigd, hare bedding verlegd hebben is voor geenen Nederlander iets nieuws. De geschiedenis levert daarvan voorbeelden genoeg op, zij het ook meestal op betrekkelijk kleine schaal. Het ligt voor de hand, dat dergelijke verschijnselen evenzeer als in geschiedkundigen tijd ook nóg vroeger hebben plaats gehad en het is alleen de Geologie, die hieromtrent licht kan verschaffen. In de volgende verhandeling zal dit voor een tweetal rivieren worden nagegaan, voor de Schelde grootendeels op Belgisch gebied en gegrond op kaartenstudiën, voor de Maas grootendeels op Nederlandsch gebied en gegrond op waarnemingen op het terrein. De wegen, die werden ingeslagen, zijn dus zeer verschillend, maar de uitkomsten nergens in strijd, wat zeer voor hare juistheid pleit.
In 1890 verscheen van de hand des heeren van Overloop te Brussel eene verhandeling, onder den titel van „Les Origines du Bassin de l'Escauf', waarin hij een aantal feiten vaststelt en op grond daarvan door redeneering zekere gevolgtrekkingen maakt. De bedoelde feiten aannemende- meen ik daaraan echter ten deele eene andere verklaring te moeten geven, waardoor mijne redeneering en gevolgtrekkingen niet onbelangrijk van die des schrijvers afwijken. Wegens de beperkte plaatsruimte zal ik alleen de afwijkende beschouwingen ontwikkelen, den belangstellenden lezer, die ze met de oorspronkelijke wenscht te vergelijken, naar de Belgische verhandeling verwijzende.
Als tegenhanger daarvan mogen mijne eigene beschouwingen over de Maas en hare Gedaantewisselingen dienen, waarover eene meer uitvoerige en meer geologische verhandeling het licht zag in de „Verhandelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen" van 1894. Evenals
57