Iets over Korea.
Het zal aan vele lezers van ons tijdschrift wellicht niet onwelkom zijn eenige aanwijzingen te verkrijgen omtrent de over Korea bestaande litteratuur, om aldus te weten te komen waar zij de meest betrouwbare mededeelingen aangaande dat tegenwoordig zoo veel besproken land kunnen vinden x).
Staatkundige verhouding tot andere mogendheden. Daaromtrent vindt men opgaven in Behm und Wagner: Die Bovölkerung der Erde VIT, 1882, p. 32. (Erg. H. n°. 69 zu Pet. Mitt.)en in den Gotha'schen '/Kof-Kalender" (Almanach de Gotha) 1888, p. 797.
Hoewel Korea een onafhankelijke, souvereine staat is in dezen zin, dat de gemeentelijke wetgeving, het uitvoerend gezag, de troonsopvolging en de met Japan (en andere landen) geslotene verdragen geheel en al zijn eigen werk zijn, is het toch in zekeren zin een vazalstaat van China. De diensten, die het als zoodanig verleent, welken oorsprong zij ook mogen hebben, zijn echter tegenwoordig niet van staatkundige beteekenis. Zij bestaan hierin dat de koning, bij zijne troonsbeklimming, door den keizer van China erkend moet worden en dat er van tijd tot tijd een gezantschap met schatting naar Peking wordt gezonden. In dezen toestand werd het eerst verandering gebracht door Japan, dat, bij het verdrag van Seuüel op 27 Februari 1876, de onafhankelijkheid van Korea erkende en daarvoor in plaats kreeg de openstelling van verschillende havens voor Japansche onderdanen en het recht tot aanstelling van consuls. In 1879 werd de haven Foezan (Poezan), aan de zuidkust, voor hen opengesteld, in 1880 Genzan (Wunzan) aan de oostkust en in 1882 Chimoelpo (Rinzen, Inchun of Jenchoean) aan de westkust2); sedert 1877 bevindt zich een Japansch minister-resident te Seuöel. Den 5den Mei 1882 sloot Korea een vriendschaps- en handelsverdrag met de Vereenigde Staten van Amerika, den 26sten November 1883 met Groot-Britannië en het Duitsche Rijk; later met Italië, op 26 Juni 1884 3), Rusland, 7 Juli 1884 en Frankrijk in 1886.
Voor onderdanen van die staten zijn de bovengenoemde havens eveneens opengesteld.
Grootte en bevolking. In H. Wagner en A. Scpan's Die Bevölkerung der Erde, VIII, 1891 (Erg. H. n°. 101 zu Pet. Mitt.), p. 112, worden daaromtrent eenige opgaven gedaan, welke evenwel zeer onzeker zijn, omdat de kust-omtrekken van het land nog volstrekt niet met zekerheid bekend zijn en de opgaven betreffende de bevolking op schatting berusten.
1) In het Zondagsblad van het Nieuws van den Dag, n°. 33 (19 Aug. 1894) vindt men eenige mededeelingen betreffende de geschiedenis en den tegenwoordigen toestand van Korea. De daar genoemde kaart in Pet. Mitt. komt voor in jaargang 1883 (niet in 1884). De spelling Quelparc is waarschijnlijk een drukfout; het eiland heet Quelpart (zie o. a. Stieler's Handatlas, bl. 63). De opgave der werken aan het slot is natuurlijk ver van volledig.
2) Eene beschrijving der Japansche verdragshavens vindt men in Pet. Mitt. 1880, p. 366 vlg.
3) Zie over het bezoek der korvet »Vettor Pisanf', PM. 1881, p, 276.