£3,4°i- Als industrie kan deze visscherij, volgens het Report, nimmer een duurzaam grooter beteekenis erlangen J).
Met dien onbeteekenenden handel komt een zeer geringe scheepvaart overeen. Geen vreemd schip bezocht, volgens het jongste rapport, van 1891/92 Britsch Nieuw-Guinea; 32 schepen van 3443 ton werden uitgeklaard; ingeklaard 22 van 2226 ton. Twee zeilvaartuigen voeren geregeld: een van Cooktown hoofdzakelijk naar het Oosten der bezitting, en het andere van Thursday-eiland naar de centrale districten.
Dat dus ook de uitgaven voor de kolonie verre de inkomsten overtreffen, spreekt wel van zelf. In de laatste 4 jaar ontving de schatkist van Queensland, als inkomsten van Nieuw-Guinea: 2679, 3015, 2673 en 4783^ waarvan telkens verreweg het grootste gedeelte aan inkomende rechten, resp. 2419, 2893, 2525 en 4428; daarentegen werden uitgegeven: 10,769, 14,975, 15,000 en 15,000 £, waarvan circa de helft aan traktementen der ambtenaren, de voor deze benoodigde booten, vaartuigen en gebouwen.
Kan uit dit alles dus voldoende worden opgemaakt, dat Nieuw-Guinea thans nog een schadepost op het koloniale budget vormt en er volstrekt geen vooruitzicht bestaat, dat dit, even weinig als bij het Duitsche gedeelte , zoo spoedig zal veranderen, dan verdient het feit ten slotte alleszins onze aandacht, dat de Engelschen daarom toch niet nalaten groote zorg en moeite aan het Bestuur der Kolonie, meer bepaald de regeling der toestanden bij de inboorlingen, te besteden.
In dat opzicht is de studie dier Annual Reports vooral zeer leerzaam. Van de leer uitgaande, „that perhaps nothing shows more clearly the „progressive development of a young country than a connected account „from time to time of the legislation effected and of the circumstances „under which new laws passed or old amended" — geeft de verslaggever een helder overzicht van de wetten en bepalingen, gemaakt op het beheer, het merken en het registreeren van den veestapel; den verkoop van sterke dranken; den arbeid van inboorlingen en de verplaatsing van arbeidskrachten; het toezicht op verlaten of ouderlooze kinderen van inboorlingen ; het weren van hondsdolheid en het bedwingen of tegengaan
1) Onder diezelfde artikelen ven uitvoer worden nog nader besproken parelmoer en copra. In 1890—91 werd voor een waarde van 85 £, in 1891—92 van 542 £ opgevischt, ofschoon het nit groote diepten moest worden opgehaald. Copra zal zonder twijfel een der voornaamste uitvoer artikelen worden, doch thans is de industrie nog in haar kindschheid. De uitvoer, die in 1888 550 £ bedroeg, steeg in de beide laatste jaren tot 1433 en 2084 £.