burgerrecht toegekend; de meest onmenschkundige, en uit een koloniaalpolitek oogpunt beschouwd, af te keuren daad, die slechts door een verblinde democratie kan worden toegejuicht. Trouwens men kan niet zeggen, dat de Franschen daarmede tot dusver eenig voordeel hebben behaald. Integendeel; door het gezag der eenmaal erkende hoofden opzettelijk te ondermijnen en den minsten inlander van bijna alle tucht en controle te ontslaan, heeft men de luiheid en liederlijkheid van het gros der bevolking slechts in de hand gewerkt, en dat soort van bijna onbeschaamde familiariteit doen ontstaan hetwelk thans bijna ieder Tahitier, hetzij man of vrouw, tegenover de Europeanen in acht neemt. Welk een verschil met onze verstandige, den inlander op een heilzamen afstand houdende politiek in de Oost, waarvan de invloed waarschijnlijk eerst dan zal gaan verzwakken indien de zending er te veel invloed krijgt.

Het bezit van Tahiti en Moorea en het protectoraat over de Eilandenonder-den-Wind is voor Frankrijk een even groote lastpost als voor Nederland het bezit van de residentie Timor en Onderhoorigheden. Onze bezittingen aldaar kunnen, onder andere omstandigheden, ten minste nog wat opleveren; de Gezelschaps-eilanden daarentegen leveren letterlijk niets op wat het uitvoeren waard is dan copra, want zelfs de parelmoervisscherij, waarvan Papeete een stapelplaats is, ligt in een ander gebied: de Tuamotu-eilanden.

Nabij Nuupere, aan de zuidpunt van Moorea, ligt een andere groote tnarae, even verwaarloosd en verlaten als die van Nuürua. De kust gedurende ± i'/i uur noordwaarts vervolgende, komt men aan het dorp Afareaitu, dat overheerlijk schoon aan een kleine baai gelegen is. Hier is een „passé" tusschen de riffen, waarbij een klein, met kokospalmen bedekt eilandje, Motu-Ahi. De kust van Tahiti is van hier uit duidelijk te zien, evenals naar het westen de hooge bergen van Moorea,'waaronder de Maua Puta, wiens top de reus Pai, volgens de mythe, met zijn speer doorboorde. Het gat is nog zichtbaar ').

Eene schrille tegenstelling met de reusachtige hier aan den zeeoever liggende marae van Umarea vormde de kerk en de smakeloos toegetakelde vrome menigte, die, daar het Zondag was, tusschen twee godsdienstoefeningen in, buiten zat te wachten. Door bemiddeling van het opperhoofd van Afareaitu bekwam ik een der weinige oude steenen bijlen (ofai), die het mij nog gelukte op de Gezelschaps-eilanden op te sporen.

Temae, in den noordoosthoek van Moorea, is een groot, geheel tus-

1) Vergel. Ellis, Polynesian Researches, new edit. 1853, vol. ], p. 332.