gegaan, wat te betreuren is, daar wij nu de opmerking niet mogen achterhouden, dat het onderhavige geschrift bij zijn bekend werk over Nias, minder gunstig afsteekt. Men trekke hieruit echter geenszins de conclusie als veroordeelden wij het daarom. Integendeel, het blijft desniettegenstaande een interessant boek, dat den schrijver aanspraak doet maken op de waardeering van allen, die in den vooruitgang van het onderzoek in onze koloniën belangstellen en wij respecteeren in Modigliani, ofschoon wij het niet goedkeuren, dat hij in de onafhankelijke Bataklanden is doorgedrongen, alhoewel van hooger hand tegen deze reis bezwaar werd gemaakt.
De overwinning is aan den stoutmoedigen, bovendien als onderdaan van „den vorst van Home , wat door de Bataks als Roem werd begrepen, had hij een schreefje voor en daardoor is het hem gelukt resultaten te verkrijgen, die, met de noodige zorS gebruikt, tot uitbreiding onzer kennis van dit gebied, van groote waarde zijn.
Ten slotte nog een enkel woord over de uitvoering van het boek.
Behalve de reeds genoemde kaart bevat het eenige zeer fraaie panorama's en verder een groot aantal zincographieën en schetsen. De zinco's stellen hoofdzakelijk gezichten in dorpen en personen voor, de laatste de verzamelde voorwerpen, waaronder de volgende, wijl zij elders nog niet afgebeeld zijn, vermelding verdienen. Blz. 32, fig. 8, vijf houten klankstaven aan oen schraag opgehangen, plaat XV eene voorstelling van den bekenden lijkdans hoda-hoda, blz. 108 de si radja na uwalu, het kompleet orkest en blz. 111 een danssieraad.
Het werk eindigt met een lijst van meteorologische waarnemingen verricht gedurende de maanden 8 October 1890—3 April 1891 op de navolgende stations:
Siboga 8 Oct. Si Rambe 19—27 Nov.
Pnngeran pisang 10 Oct. Si Rambe boso .... 3—18 Dec.
Tarutung 12—14 Oct. Baligo 25—31 Jan.; 1—28Febr.; 1—2Mrt.
Si Borong-borong 15 Oct. Siboga . . 14—31 Maart; 1—3 April.
Balige . . . 16—27 Oct., 3—17 Nov. „ D, . _
C. M. Pleyte Wzn.
Modigliani Elio, L'Isola delle Donne, Viaggio ad Engano. IIlustrato da XXV Tavole ed 50 Figure intercalata nel testo ed una carta geografia. Milano, Ulrico Hoepli, 1893. L- 5.
Opnieuw vraagt Modigliani de aandacht, thans voor het resultaat zijner onderzoekingen op Engano. Aanstonds vinden wij den schrijver van het groote werk over Nias daarin terug, die met angstvallige nauwkeurigheid, alle berichten heeft verzameld, welke op dit eiland betrekking hebben, vóórdat hij zich aan het schrijven van zijn boek zette. En toch, ook ditmaal is het hem niet gelukt, zijn eerste werk te evenaren. Moet dit aan de stof geweten worden of aan de dispositie van den schrijver, wij wagen het niet te beslissen, doch ook in dit geschrift treft ons iets haastigs, niettegenstaande het zich, evenals het zooeven besprokenen, met onverdeelde aandacht laat lezen. Ook de illustratie van dit boek laat niets te wenschen over, de afdrukken der photographische clichés zijn zeer duidelijk gereproduceerd en de talrijke afbeeldingen der beschreven voorwerpen, goed geteekend.
Het spreekt bijna van zelf, dat de hoofdinhoud van dit werk ook weder de