lijk ligt de hoofdplaats van het regentschap Oipao, waar wij pleisterden voor het middagmaal, dat, onder de gebruikelijke muziek der gongs, in de roemah kompani plaats had.

De radja van Oipao, reeds een weinig interessante verschijning, was de eenige vorst op Roti dien ik niet met de stereotype tilanga zag. Hij had in plaats daarvan een allersmerigst zwart pothoedje van Europeesch model opgezet, dat hem even dwaas als leelijk stond. Ik geloof, dat wanneer kleurlingen in het algemeen het belachelijke en verkeerde inzagen van het zich kleeden als Europeanen, zij dit veel minder zouden doen dan nu het geval is, ten spijt van de zendelingen en andere dragers der Christelijke „beschaving . Hoeveel naam-Christenen er ook onder de Rotineezen mogen zijn, zij hebben, tot genoegen van den ethnoloog, hun oorspronkelijke kleeding, op eenige individuen na, bijna onveranderd gehandhaafd. Trouwens de verschillende zendelingen in de Residentie Timor schijnen in den dagelij kschen omgang de quaestie der inlandsche kleeding te recht als een ondergeschikte zaak te beschouwen, en laten zich hier weinig mede in. Alleen bij feestelijke gelegenheden en op Zondagen is het wel eens anders. Ook schijnt men te vinden, dat een weelderige haardos een Christen niet betaamt, want allen dragen het haar kort geknipt.

Overigens komt het mij voor, dat zoowel de Rotinees als de Savoenees, bij voorkeur datgene van de beschaving overneemt wat hem past, en doof blijft voor de Christelijke leerstellingen wanneer die in strijd zijn met zijn aard en de adat. Au fond is de bekeerde Rotinees de oude polygame heiden gebleven, die meer vrees koestert voor de nitoe's dan voor Toewan Allah.

De hoofdkampong van Oipao, Batoe-Hidoe geheeten, ligt niet onaardig in het lommer der manggaboomen, en de koele roemah kompani zou tot een langer verblijf hebben uitgenoodigd indien niet de altijd voortsnellende tijd ons genoopt had de reis dien dag tot Bilba voort te zetten. Bij de Batoe Naloe, een alleenstaande, in het oog loopende kalkrots, op de grens van Bilba gelegen, verwisselden we van paarden.

De begroeide heuvelen van Bilba, die allicht een paar honderd meters hoog zijn, worden reeds van verre zichtbaar, en leveren een der fraaiste punten van Roti op. Laat in den middag stijgen we te Lalao, de hoofdplaats van het rijk, van onze rossen.

Lalao ligt bekoorlijk binnen een gordel van geboomte, vooral van kokos- en toewak-palmen en verheugt zich in een heldere beek, die door de kampong vliet. Het was 's avonds vóór de roemah kompani een groote drukte. De radja en oud-radja van Bilba, en de radja's van Korbafo en