Dau gesproken taal zou aanmerkelijk van het Rotineesch verschillen, en sterk met Savoeneesch vermengd zijn. Het Rotineesch klinkt zacht, en is ongetwijfeld de welluidendste taal, die ik in de Timor-groep .hoorde spreken. Dezelfde eigenaardigheid van het Soembaneesch: het niet uitspreken van den laatsten medeklinker aan het einde van een woord, vindt men ook in de taal van Roti. De wijdloopige redeneertrant, den inlander eigen, bleek weder bij deze vergadering, doch de gezaghebber wist den woordenomhaal der sprekers binnen bepaalde grenzen te houden. Een intelligente Rotinees, genaamd Paulus, deed daarbij dienst als tolk.

Met de aanwezige radjas, die bijna allen Maleisch verstonden, maakte ik kennis, en beloofde hun een spoedig bezoek in hun eigen domein. Het rijk Bad. had op dit oogenblik geen radja; het werd door een fetor bestuurd.

Dien middag en de beide volgende dagen besteedde ik aan kleine uitstapjes in den omtrek van Namoedale (Baa), en aan het anthropometrisch onderzoek der enkele aldaar aanwezige „gestraften".

De dorre omtrek, met zijn verzengd gras en vale terreingolvingen, levert weinig zoölogischen buit op. Hoewel ik ook op andere plaatsen van Roti dan te Namoedale verzamelde, zij nu reeds vermeld, dat ik van vogels o. a. exemplaren machtig werd van Oreicola melanoleuca (Vieill.), een nieuwen vliegenvanger (Rhipidura tènkatei) , Dicaeum mackloii Müll. Schl., Pratincola caprata en Sphecotheres viridis *). Van hagedissen mogen hier genoemd zijn de groote „boewaja darat" ( Varanus Hmorensis Gray), Genyra mutilata Wiegm., een nog onbeschreven Hemidactylus, gecko's, enz. Onder de visschen zijn vermeld de ook op Flores en Soemba voorkomende Eleotris fusca BI. Schn. en Ambassis commersoni, een Ambly o pus-soox\. en Echeneis {lineata Menzies) s). Van landslakken trof ik in den omtrek van Baa twee Helicina-species aan 3). De Rotineesche fauna was tot dusver zeer weinig bekend, hetgeen door de nabijheid van Timor eenigszins bevreemdend is. Omtrent een paar andere zoölogische vondsten wordt in den loop van dit verhaal bericht.

Menggalama, op een paal afstands van Namoedale, waar de Protestantsche missie gevestigd is, ligt met zijn witte zendelingswoning en school-

1) J. Büttikofer, On a collection of birds etc. (Notes from the Leyden Museum, vol. XIV, 1892, p. 204).

2) Volgens mededeeling van Dr. C. L. Reuvens.

3) M. M. Schepman, Land- and freshwatershells etc. (Notes, vol. XIV, 1892,p. 159).