hoorbare e of en er achter, heeft er zich een tweede vorm als schrijfwijze voorgedaan, die waarschijnlijk aan de linguistische kennis van den klerk ter secretarie te danken is. Omdat die van 't raadhuis zijn oorsprong nam, wordt ze veelal de ojjiciëele genoemd; het is een ware volksetymologie waardoor aan een onverstaanbaar woord een beteekenis wordt gegeven, welke dan ook. Zoo werd het Ammerzoden, als waren liet de graszoden van Ammer. Het is ook voor iemand, die de geschiedenis van het woord niet kent, inderdaad onmogelijk om te beslissen of daar een d behoort of niet. En die geschiedenis kan men lezen in het tweede en derde deeltje der N. G. N., in de artikels van de Hoeren Hoevenaar en Anspach , die deze uit authentieke bronnen opgespoord hebben.
De commissie uit de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (Prof. Brill) stelde in 1864 wijselijk voor te schrijven Ammersooi, een spelling, die het dichtst nadert aan de vormen van die eeuwen toen men nog verstond wat men schreef en toen men schreef zooals men sprak.
De Heer Hoevenaar leert ons in de bovengenoemde N. G. N. II, bl. 102, welke de beteekenis is, n. 1.; ooi of ooien (weide) bij {Neer-) Hemert, welke plaats in vroegere schrijfwijze heette Hainaritda, Hamerthe, dat zonder tegrooten sprong kan overgaan in Ammers en Ambers. De Heer Hoevenaar laat er echter op volgen: «Mocht evenwel iemand dit Ammers liever verklaard zien door een persoonsnaam, b. v. Amelric, of een verkorting van dien naam, wij durven het niet afkeuren"'.
Een andere verklaring van Ammers wordt gegeven door Prof. Gallée, die het afleidt van Ambe = water (Zie N. G. N. III, bl. 322).
Die zelfde soort van d, welke wij ontmoeten in Ammerzoden, wordt ook gevonden in het woord Zederik (kanaal). Deze aardrijkskundige naam heet bij omwonenden Zeerik en is meer dan waarschijnlijk een afstammeling van Siegrik, een eigennaam aan welken ook Zieriksee zijnen naam te danken heeft (Zie N. G. N. I, bl. 66).
Ook ons woord kade heeft zich de inlassching van diezelfde irrationeele epeuthelische d moeten laten welgevallen. In 't Spaansch toch, waaruit ons woord is overgenomen en in de overige talen waarin het gevonden wordt komt die d niet voor. Zie het artikel cayo bij Diez, Etymologisches Worterbuch de Romanischen Sprechen, waar men het volgende leest: • Cayo sp. (nur im plur. üblich), altfr. caye sandbank, mit anderer bed. pg. caes (sg. und pl.) fr. quai damm an flüssen, ndl. kaai, engl. kay, ndd. kaje. Alle vier roman, wörter sind formell eins und auch die begriffe liegen sich nicht fern".
Doch keeren we tot Witkamps herzien woordenboek terug. Ook de kaartjes met do verschillende indeelingen kunnen een aanwinst van het boek genoemd worden, al lijden ook zij aan onregelmatige spelling.
Mochten de volgende afleveringen nog een zuiveringskuur kunnen ondergaan; beter half gekeerd dan heel gedwaald, en zij zich evenzeer aanbevelen door wetenschappelijke degelijkheid als door den geringen prijs en de nette uitvoering.
Amsterdam, Juni 1894. I. Dorkseiffen.