VERSLAG EENER REIS IN DE TIMORGROEP EN POLYNESIË

DOOR

Dr. HERMAN F. C. TEN KATE.

( Vervolg-).

III. SOEMBA.

i. Waingapoe en omgeving. — Samparëngo. — Kanata.

Er is in den Indischen Archipel waarschijnlijk geen eiland van de grootte van Soemba, dat meer verwaarloosd is door wetenschappelijke reizigers en over 't algemeen minder de aandacht heeft getrokken dan Soemba. Een ieder kent de van Soemba komende paarden — het vermaarde Sandalwoodras — maar van het eiland zelf en zijn bewoners is men weinig op de hoogte.

De publicaties over Soemba zijn dan ook, vergeleken met die van andere eilanden, zeer weinig talrijk; ongeveer een twaalftal in het geheel, wanneer men de korte aanteekeningen van een paar zeevaarders, die de kust des eilands slechts van boord af zagen, buiten rekening laat. Het belangrijkst dezer weinige publicaties zijn de beschrijving van Van den Dungen Gronovius *) en vooral de geschriften van den controleur S. Roos2) en J. de Roo van Alderwerelt3). Van historisch-geographisch

1) Beschrijving van het eiland Soemba of Sandelhout (Tijdschr. v. Ned. lndië, 17de jaarg. 1855, dl. I, p. 277).

2) Bijdrage tot de kennis van taal, land en volk op het eiland Soemba (Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetensch., dl. XXXVI, 1872, p 1).

3) Eenige mededeelingen over Soemba (Tijdschr. v. Ind. taal-, land-, en volkenk., dl. XXXIII, 1890, p. 565).