Na het uitspreken dezer voordracht ontvingen wij de eerste aflevering van het Nederlandsch Koloniaal Centraalblad, „geredigeerd door den Heer Pleyte'), en juist daarom ontstaan, dewijl de belangstelling in het wetenschappelijk onderzoek onzer koloniën, vooral in de laatste jaren, met reuzenschreden vooruitging, het aantal genootschappen en geleerden, die zich daarmede bezighouden, met den dag toeneemt en daarmede dus ook het aantal afzonderlijke werken en tijdschriften, waarin zij de resultaten van hun onderzoek neerleggen, zoodat ten slotte deze omstandigheid, hoeveel stof tot erkentelijkheid zij ook moge geven, oorzaak werd dat het hen, die zich met de studie van bijzondere onderwerpen bezighouden, dikwijls onmogelijk is alles wat daarover verscheen bij te houden. Het Centraalblad zal in dit bezwaar tegemoet komen door eens per maand in beknopten vorm, doch zoo volledig mogelijk, verslag te geven van de boeken en tijdschrift-artikelen, die over N. Oost- en West-Indië uitkomen".
Wij zijn hiermede aan het einde van ons eerste deel gekomen: het bespreken der geographische werkzaamheid van Regeering en natie op het gebied der land- en volkenkunde van Indie in zijn geheel. Wij zullen thans de afzonderlijke eilandengroepen de revue laten passeeren.
II.
Op het eiland Suinatra lag gedurende de beide laatste jaren het terrein der werkzaamheid van de Hydrographie op de Oostkust in straat Malakka; werd vervolgens de rivier van Siak onderzocht, met het oog op den afvoer der Ombilien-kolen en onderging ook de monding der rivier Asahan en der Panei, uit Neumann's beschrijving in het algemeen bekend, een nader onderzoek, terwijl tevens de oostkust van de Panei tot straat Roepat en van die rivier naar de Boenga-banken alsmede de Zuidkust van Bangka werd opgenomen. Van daar dat dan ook dat van die Oostkust
afzonderlijke eilanden zullen volgen. Behalve de heer Kielstra leverden historische bijdragen: de heer A. A. Fokker (Episoden uit den tijd der portugeesche heerschappij in O. I .Ind. Gids, XIV, p. 1997, 2237, 2401) en J. A. Gerlach, (Onze Oost, Geschiedkundige schetsen, 'sHage 1892), terwijl eindelijk A. D. van Buren Schele (Keur van gedenkwaardigheden uit de geschiedenis der O. en W. I. bezittingen. Nijmegen—Arnhem 1892) die geschiedenis illustreerde en in wijdere kringen verspreidde.
1) Maandelijksch overzicht betreffende de litteratuur van N. Oost- en West-] ndië, hoofdzakelijk op het gebied der ethnologische, biologische en geologische wetenschappen: lil vereemging met de heeren J. G. Boerlage, G. A. F. Molengraaff, Max Weber en A. Wichmann, Leiden 1894.— Wij verwijzen vooral naar dit tijdschrift, waar het geldt publicaties, meer hijzonder op het gebied der bovengenoemde wetenschappen gelegen en die voor den vakman allicht meer gewicht hebben dan voor den geograaf.