die taalstudies zich ook weder in de beide laatste jaren over den geheelen Archipel uitstrekken: Bali en Java, Madoera en Soembawa, Atjeh en Engano, Menado en Flores, zoodat de voortreffelijke Holle aan zijn vroegere taalkaarten van Java (1882), Sumatra (1887), Banka en de Riouwgroep (1889), onlangs een kaart van de KL Soenda-eilanden kon toevoegen '). — Naast de voortreffelijke nasporingen van een Verbeek en IJzerman op Java en Sumatra, elders door ons besproken, gaat de Oudheidkundige Vereeniging te Djocjokarta voort de reliefs op den voet van den Boro-Boedoer en den tempelgroep te Prembanan te bestudeeren; studiën, die, met subsidie der Regeering, door het Instituut met tal van photographiën en kaarten zullen uitgegeven worden 2), terwijl tevens voor clandestienen uitvoer van Hindoe-oudheden of het bederven der hoofdbeelden door de Javanen bij hun offers (het besmeren met „boreh") gewaakt wordt.

Naast deze vereenigingen met hunne van ouds bekende organen streven thans ook zelfstandige tijdschriften naar hetzelfde doel: vermeerdering der kennis van land en volk, bijv. Teysmannia, het Tijdschrift voor het Binnenl. Bestuur, het Intern. Archiv für Ethnographie, de Indische Mercuur, terwijl ten slotte ook voorbeelden genoeg zijn aan te wijzen van enkele personen, die hunne studiën over den geheelen Archipel uitstrekken. Wij herinneren aan v. d. Lith's nieuwen druk van „Nederlandsch Indie" 3), dezer dagen voltooid; aan Pleyte's bewerking van Wilken's „Vergelijkende Ethnologie", in 1893 ten einde gebracht, in Petermann's Mitteilungen door Gerland met de meeste waardeering besproken en sedert door verschillende studiën van ons ijverig bestuurslid over afzonderlijke gebruiken of de ethnographie van afzonderlijke eilanden-

Bar en de zending op de Z. W. eilanden, Stemmen voor waarheid en Vrede, 1892, p. 375 en.457. — Godsdienst en onderwijs in de Minahassa. Tijdsehr. v. N. I. XXI, 2, p. 390. — H. M. Schippers, Herinneringen uit mijn vorigen werkkring in de Minahassa (te Maoembi), Med. Ned. Zend. XXXVI, p. 189.

1) Van die taalstudies geven de Kol. Versl. der laatste jaren een overzicht onder het hoofd «Kunsten en Wetenschappen" (Studie van Oostersche talen en van de Instellingen van den Islam). Vgl. ook de Oriental. Bibliogr. VIJahrgang en VII, late Halbjahrsheft (gesloten 31 Maart 1894), onder het hoofd Malaien u. s. w., /3. Sprache und Litterator.

2) Intusschen verschenen reeds J. Groneman, De Hindoe-tempels te Parambanan in Midden-Java. Eigen Haard 1892, p. 388; de Hindoe-monumenten in Solo en Djocjo, Ind. Gids XIV, 5, p. 892; J. Groneman, Tjandi Parambanan op Midden-Java na de ontgraving. Met lichtdrukken van Cephas, 's Hage 1893. Zie ook de Kol. Versl. onder de rubriek: Oudheidkunde, en A. G. Vorderman's Bijdrage tot de kennis der oudheden op Java, (Tijdsehr. I. T. L. en V., Dl. XXXVI en XXXVII).

3) Leiden 1892—94.