kenis er van geheel te begrijpen. Dat de Bataksche tekst bovendien niet altijd behoort bij de vertaling die er is naast gevoegd, blijkt nit de door hem ten onrechte Schnadahüpfeln genoemde liedjes waarvan een tiental werd afgedrukt.
Een interessant hoofdstuk vormt het vijfde, waarin de godsdienst behandeld wordt; het bevat tal van nienwe gegevens doch ook veel wordt er in gemist, o. a. tal van feiten uit de voortreffelijke studie van den heer Westenberg *). Sommige mededeelingen laten ook aan juistheid te wenschen over.
De «Kultur" vormt het onderwerp van het volgende hoofdstuk, dat als algemeene schets waardeering verdient, doch vooral daarom belangrijk is, wijl er het gebruik van tal van voorwerpen uitvoerig in beschreven wordt, die hoewel uit andere werken reeds bekend, toch nog wel een weinig nauwkeuriger behandeld mochten worden.
De afdeeling schrift en de woordenlijst, die aan deze afdeeling toegevoegd zijn, hebben, jammer genoeg, niet de minste waarde, integendeel zij leiden op een dwaalspoor. Eigenaardig is het dan ook den heer von I?. op blz. 171 met een zekere kranerie te hooren verkondigen: «Ich adoptire die Aussprache des Karolandes aus dem begreiflichen Grunde, weil ich diesen Theil zuerst betreten habe und glaube, dass sie überhaupt den Vorzug verdient, ja im Interesse einer einheitlichen Schreibweise allgemein angenommen werden sollte, zumal der erste Autoriiat auf diesen Gebiete Van der Tuuk, der seine Erfahrungen in dem südlichen Theile des Landes gemacht, also erganzend zu den meinigen gesammelt, sich desselben bedient". Dr. Van der Tuuk's werk dateert uit 1849—60; hij nam het Tobasch dialect tot grondslag; »Sapienti Sat". Bovendien, bezaten wij in Dr. V. d. Tuuk's werken niet zulk een voortreffelijken gids, waardoor men de tallooze fouten van den heer v. B. herstellen kan, dan zou dit bout optreden zeker den noodigen indruk hebben gemaakt. In het belang van zijn boek zal de heer v. B. echter wel doen zijn werk in taalkundig opzicht te laten korrigeeren; veel nut kan hij daarbij hebben van het werk van Dr. Müller *).
Eindelijk wordt de bewapening der Bataks besproken en een paar hoofdstukken gewijd aan de fauna en de flora van het bereisde gebied waaromtrent de lezer uitvoeriger bijzonderheden in de in dit tijdschrift opgenomen artikelen van Dr. Hagen vindt.
Ten slotte nog een woord over de uitvoering, deze is prachtig en de talrijke af beeldingen zijn zeer schoon uitgevoerd, nogtans meenen wij den lezers van dit stuk de aanschaffing van het werk niet te mogen aanraden, doch als zij omtrent de Bataks wenschen te worden ingelicht, zullen zij beter doen bij hun landgenooten ter markt te gaan.
C. M. Plette Wz.
Nederlandsch. Koloniaal Centraalblad. Maandelijksch overzicht betreffende de litteratuur van Nederlandsch Oost- en West-Indië, hoofdzakelijk op het gebied der ethnologische, biologische en geologische wetenschappen. In Vereeniging met J. G. Boerlage, Leiden; G. A. F.
1) Bijdragen Kon. Inst. 1892, blz. 208 vv.
2) Veröffentlichungen aus dem Köngl. Mus. fiir Volkerkunde, 1893, Bnd. III, Heft 2—3.