zenden en bij wien wij allerlei benoodigdheden uit het magazijn zouden kunnen laten halen. In deze bewoonde plaats zal Dr. Nieuwenhuis ook gelegenheid hebben om ethnographische en anthropologische waarnemingen te doen en zich met de studie van inlandsche ziekten bezig te houden. Het hoofdstation, tot nu toe te Smitau, zoude dan na ons vertrek van hier overgebracht worden naar den politiepost te Poetoes Sibau, welke plaats altijd per stoomboot bereikbaar is en die later, na afloop der expeditie in het Mandai-stroomgebied, als uitgangspunt voor den grooter. tocht naar de Boengan-rivier zal dienen. Ook van Nanga Raoen is Poetoes Sibau vrij gemakkelijk te bereiken door de rivier af te zakken tot Nanga Goeni, aan den voet van den berg Tiloeng, en van daar drie uren gaans over land naar Era aan de Kapoeas, waarop men deze rivier gemakkelijk tot Poetoes Sibau kan afvaren, samen eene reis die in een enkelen dag afgelegd zou kunnen worden.

De heer Tromp betreurde zeer dat Prof. Molengraaff, die tegen einde Januari te Pontianak verwacht werd, niet gekomen was en nu aan onze conferentie niet kon deelnemen; ook Dr. Nieuwenhuis was nog niet aangekomen, werd echter elk oogenblik met den Gouvernements-stoomer Djambi hier verwacht. Dr. Hallier is nog te Sintang, waar hij een nabij deze plaats gelegen berg, de G. Klam, exploreert. Een dag na het vertrek van den Resident naar Poetoes Sibau kwam de Djambi met Dr. Nieuwenhuis aan booid, die in ons station zijn intrek nam. Ik ben zeer verheugd over zijne komst, vooral ook omdat hij ook in het zoölogisch onderzoek veel belang stelt en niet zal nalaten, buiten zijne plichten als medicus zich ook met het bijeenbrengen van zoölogica bezig te houden. Hij heeft ook een photographisch toestel medegebracht en zal niet nalaten, dit ook voor de ethnographie en anthropologie dienstbaar te maken.

Na de terugkomst van den Resident uit P. Sibau werd tot spoedige uitvoering van het bovenvermelde plan besloten en zal de Heer van Velthuysen, met zijne stoombarkas "Poenan , Dr. Nieuwenhuis, Dr. Hallier, die eerstdaags van Smitau terugverwacht wordt, en mij, met gevolg, bagage en de noodige provisie voor 2 maanden, naar Nanga Kalis brengen en ons van daar op onze reis per sampans naar Nanga Raoen vergezellen, eene sampanreis van, naar ik meen, 5 dagen, en gedurende welke talrijke riams te passeeren zijn. Aangezien wij niet op de hoogte zijn van de zienswijze en de plannen van Prof. Molengraaff, Iaat zich op dit oogenblik moeilijk zeggen, of hij nan dezen tocht in het Mandai-gebied al of niet zal deelnemen. Het is licht mogelijk, dat hij na zijne komst te Pontianak eerst lager aan de Kapoeas eenige punten wil bezoeken, en kunnen wij dus in geen geval op zijne komst wachten, vooral ook omdat wij niet weten, wanneer deze zal plaats hebben. Mijn volgend bericht kunt U waarschijnlijk uit N. Raoen verwachten. Binnen eenige dagen zal ik met het verpakken der verzamelingen en der benoodigdheden voor de nieuwe reis gereed zijn, en omtrent den 20»ten dezer denken wij den tocht te kunnen aanvaarden. Met de dezer dagen aangekomen boot Djambi zijn ook de door Res. Tromp in Nederland bestelde provisiën aangekomen, zoodat wij in dit opzicht op deze reis geen gebrek zullen lijden.

Omtrent de door mij tot nu toe bijeengebrachte zoölogische verzamelingen, die eerstdaags naar het Museum te Leiden zullen verzonden worden, laat zich voorshands weinig vertellen dat van algemeen belang zou kunnen zijn. Meer speciaal op ornithologisch gebied voor de expeditie voorbereid, kan ik niet zeggen of de collecties al of niet nieuwe soorten bevatten. Onder de talrijke vogels zijn verscheiden soorten die mij on-