opgedrongen. In het oosten des lands, dus concludeerde Dr. Sasse, overweegt een schedelvorm, dien hij als een verzacht Germaansche karakteriseert, en die te midden der korthoofden aan den westelijken zoom des lands, in het mondingsgebied van den Rijn en Maas, weder te voorschijn treedt.
Onder de andere bijdragen van wijlen Dr. Sasse noem ik nog zijn studie over Sneeker schedels (T. v. Gen. 1886, II, p. 527) en „Anthropologisch-geographische opmerkingen" (Tijdschr. v. h. Aardr. Gen., 2e serie, dl. X, p. 295). In dit laatste opstel komt de schrijver o. a. op tegen een uitspraak van den niet altijd even consequenten Virchow over de waarde van schedelonderzoekingen, en doet hij zich terecht kennen als de onderzoeker, die aan taal- en geschiedkundigen het hoogste woord ontzegt in anthropologische zaken. Bovendien verschenen er in het Archiv ftlr Anthropologie (Bd. II, S. 101; Bd. VI, S. 76; Bd. IX, S. 1) nog een drietal studiën van Dr. Sasse's hand: „Zur wissenschaftlichen Kraniologie", „Beitrage zur Kenntniss des niederlandischen Schadels'' en „Schadel aus dem nordhollandischen Westfriesland".
Als lid der Commissie voor de Ethnologie van Nederland bracht Dr. Sasse sedert vele jaren verslagen uit, die steeds werden opgenomen in het Nederlandsch Tijdschr. voor Geneeskunde. Gedeeltelijk handelende over eigen onderzoekingen, hadden deze verslagen tevens verschillende anthropologische questies tot onderwerp, waaruit de uitgebreide belezenheid van den gecommitteerde glanzend aan het licht kwam '). Een dier verslagen, dat van 1893, was zijn laatste werk. Hij bracht het niet ten einde. Het was, zooals zijn zoon, die er een naschrift aan toevoegde, het noemde „zijn zwanenzang, zijn cratiiologisch testament." Reeds lijdende werkte hij nog aan dit verslag „alsof hij het wel goed inzag, dat de mate zijner dagen bereikt was. Alles wat hem op het hart lag, sprak hij hier nog even uit, eerlijk en oprecht zooals hij altijd was"
Het aantal Nederlandsche schedels door wijlen Dr. Sasse beschreven is niet gering, en bedraagt 438 2). Vele schedels schonk hij weg aan binnen-
1) Over het verslag van 1887 vergel. Tijdschr. van het Aardr. Gen , 2de serie, dl. V, Versl. en Meded., p. 476.
2) Deze schedels waren afkomstig uit do volgende plaatsen of streken: Zaandam, Amsterdam, Zeeland, Oldeklooster, terp bij Hartwerd, Geertrnidenberg, de Rijp, Broek op Langendijk, Kolhorn , Leeuwarden, Ameland, Schokland, Scheveningen, Fieimers■waal, Wolfaartsdijk, Westzaan, Sneek, Langenaar, Haastrecht, Stolwijk, Geervliet, Breda, Poederooijen, Wageningen, Zutfen, Nieuwe Schans, Oostzaan, Nieuwveen, Eibergen.