van 400 werst gevolgd werd, tot de woudgrens. Sjileiko ging toen, langs een anderen weg, door de toendra terug naar de Olenek, terwijl Toll over de water¬

scheiding der Anabar-, Popigai- en Bloednoi-rivieren naar het dorp Chatangskoje, aan de Chatanga-rivier trok, waar hij den 4den Nov. (o. s ) Sjileiko aantrof, die een meer noordelijken weg tusschen de Anabar en. de Chatanga had gevolgd, voorbij het meer »Olochow-Köl". Den 14den Nov. waren zij te Doedina aan de Jenissei, den 4den Dec. te Jenisseisk en den 27sten Dec. te Petersburg, na een reis van 367 dagen, waarop in het geheel 25,000 werst (29,000 km.) waren afgelegd. Het tot dusver geheel onbekende gebied tusschen de Olenek en de Chatanga, waarvan de kuststreek voor 150 jaren door Laptef en Prontsjisjtsjef bezocht werd, is thans vijfmaal doorgetrokken, de Anabar is over een afstand van 400 werst opgenomen, de nieuwe kaart zal berusten op 38 astronomische plaatsbepalingen, welke door Sjileiko zijn verricht. Ook zijn vele natuurhistorische verzamelingen gemaakt. Opmerkelijk is het dat de zomer zoo warm was; in Juli heeft men op 72° Br., aan de kust der IJszee temperaturen van 34° C. waargenomen, Daaruit verklaart Toll ook het feit dat Nansen niet aan de Olenek-monding is geweest om de voor hem bestemde honden te halen, ten einde daardoor nl. geen tijd te verliezen en van kaap Tsjeljoeskin terstond N. O. te kunnen sturen. Ook de herfst was zeer schoon.

In zuidelijk Siberië worden sinds eenigen tijd reizen gedaan door