Och zuster, och zuster,

Het is jammer van uw mooien krans.

Het ware beter zonder man te wezen Dan zonder krans.

Bruidegom en bruid begeven zich afzonderlijk naar de kerk en, nadat hun huwelijk is voltrokken, gaan zij gezamenlijk naar een herberg, vanwaar de bruid naar het huis van haar bruidegom wordt gevoerd. De vader verwelkomt de jonggehuwden met bier, de moeder met brood en zout, met gestremde melk en boter. Daarna gaan allen naar de schuur waar de koffers der bruid zijn neêrgezet; de bruid zet zich op een daarvan neder en haar jonge echtgenoot nadert haar om haar den krans van het hoofd te nemen. Eerst wil zij dien niet afstaan, maar als de bruidegom haar geschenken belooft, verzet zij zich niet langer. Reeds boven vermeldde ik, dat in sommige streken de krans daarna op een degen wordt gestoken.

Thans hebben wij de voornaamste gebruiken nagegaan, die bij het huwelijk in zwang zijn, en blijft ons dus slechts over het een en ander omtrent de begrafenisplechtigheden mede te deelen. Oudtijds placht men den gestorvene twee brooden in het graf mede te geven, een onder zijn hoofd en een ander in zijne hand: hieraan voegde men een paar muntstukken toe en des winters een bos brandhout, opdat de ziel zich zoude kunnen warmen. Volgens een getuigenis uit het jaar 1613 gold dit gebruik door geheel Lijfland en uit andere bronnen is het bekend, dat ook in Litauen en Pruisen dergelijke gebruiken hebben geheerscht >). Thans onderscheidt de begrafenis bij de Balten zich weinig meer van die bij andere volken: op het kerkhof worden alle aanwezigen met bier en brandewijn getracteerd en onder geschreeuw en getier keert de stoet naar het sterfhuis terug, waar dan muziek wordt gemaakt en eene danspartij begint. Bij gegoeden duurt het begrafenisfeest dikwijls twee of drie dagen. Hier en daar bestaat in Lijfland het gebruik bij het vertrek van den begrafenisstoet een haan te slachten, die vervolgens gemeenschappelijk wordt gegeten. Volgens het volksgeloof verandert de ziel van den haan zich in een paard, dat den overledene de verre reis naar de andere wereld zal vergemakkelijken. Een ander opmerkelijk gebruik bestaat te Kokenhusen: als de stoet van het kerkhof is teruggekeerd, slaan de jonge lieden de in het sterfhuis achtergeblevenen schertsend met dennetakken,

1) AVolter, t. a. p. 378. Lohmeyer, Mitteilungen der Litauischen litterarischen Gesellschaft, III, 392 v.