staan van verschillende huisgeesten, die oorspronkelijk wel de geesten der afgestorven vaderen zijn geweest en dengene geluk aanbrengen, in wiens woning zij vertoeven. Van dien aard is de Pukys, die uit het ei van een zevenjarigen haan geboren wordt en over wiens gedaante de meeningen uiteenloopen. Sommigen verhalen van hem, dat hij een langen staart heeft, waaruit vonken spatten, en dat zijn kop dik is. Een boer te Wittauten zegt den Pukys des nachts te hebben gezien, maar zijne beschrijving is hoogst onvolledig. De noordelijke Balten houden den Pukys voor een vurigen vogel met een langen staart of vergelijken zijn uiterlijk met een vuurvlam. In Litauen meent men, dat men hem met melk en wittebrood moet voeden, want anders vliegt hij weg en steekt hij het huis, waarin hij tot nog toe woonde, in brand. Een dergelijke geest als de Pukys is de Kauks, die gewoonlijk als een mensch van dwergengestalte wordt voorgesteld en eveneens op wonderbare wijze wordt geboren, met wien ook de A.itwars, een booze geest van roode gedaante, verwant schijnt te zijn. Blijkbaar hangt het geloof aan deze huisgeesten met het vereeren van huisslangen samen, waarover Brückner') interessante bijzonderheden mededeelt. Of deze slangenvereering nog onder de Balten in gebruik is, kan ik niet met zekerheid zeggen. Onder de booze geesten zijn ook vrouwelijke wezens, namelijk de Laumen en de Ragana's, die het slapende vee kwellen en tegen den wand spuwen: de Laumen hebben ook de gewoonte kinderen te verwisselen en veroorzaken nachtmerrie 2).
Treyland deelt nog mede, dat men in Lijfland de ragana's voor de zielen van meisjes houdt, die zich hebben opgehangen 3).
Men ziet, dat het bijgeloof in de Baltische gewesten nog diep geworteld is: verdere bijzonderheden mede te deelen is hier overbodig en ik kan volstaan met naar de werken van Bezzenberger en Treyland te verwijzen. Thans kunnen wij dus overgaan tot de gebruiken, die met de geboorte, het huwelijk en den dood in verband staan, met wier behandeling ik mijne taak als geëindigd zal kunnen beschouwen.
Belangrijke berichten omtrent de gebruiken der Baltische stammen vindt men in verschillende werken en tijdschriften verspreid. Zoo heeft b.v.
1) Archiv fur Slavische philologie XIV, 179 v.
■2) Een merkwaardig verhaal omtrent de Laumen vinden wij bij Schleicher, Handbueh der Litauischen eprache II, 197 v. v.
3) Dasjkow's Sbomik II, 223.