.jiging der plaatselijke belangen. Nadat de heer Van der Linden, ter vergadering tegenwoordig, zijn ingenomenheid met de gehouden voordracht had betuigd, en ér op gewezen had, dat, zooals overal elders, meerdere bekendheid met een plaats de ontwikkeling van den handel diende vooraf te gaan, merkte hij ten slotte op, dat, zoo er immer ernstig aan een proeve van

kolonisatie mocht gedacht worden, alsdan de Banda-eilanden daarbij tot voorbeeld zouden kunnen dienen.

Wegens het vergevorderde uur kon de voordracht van den heer Yeth over de uitbreiding der kennis van de bijzondere gewesten van onzen aardbol in het afgeloopen jaar niet meer gehouden worden, en werd de vergadering gesloten.

FEEULE TINNE,

DE NEDERLANDSCHE REIZIGSTER DOOR AFRIKA,

VOORDRACHT VAN

V. II. POSTHUMUS, gehouden op de Algemeene Vergadering te Amsterdam, den 11 April 18/4. ()

(;met twee kaarten.)

Geachte Medeleden!

//Er is een Nederlandsche vrouw, die zich op het gebied //der ontdekkingsreizen voor altijd beroemd gemaakt heeft, die, //ook volgens het getuigenis van den beroemden reiziger Rohlfs //aan mij zeiven, den Nederlandschen naam in het onbekende //Afrika hoog heeft opgeheven gehouden, die haar leven voor //de wetenschap heeft opgeofferd: het is freule Tinne. Wanneer //ik één wensch te doen heb, dan zou het deze zijn, dat haar //beeltenis prijken mocht in het lokaal van de bibliotheek van «het Aardrijkskundig Genootschap." — Deze woorden ongeveer werden door onzen doorluchtigen Beschermheer op de laatste Algemeene Vergadering te 's Hage gesproken, en zij hebben (daarvan houd ik mij overtuigd) weerklank gevonden bij allen, die daarbij tegenwoordig waren niet alleen, maar ook bij hen, die ze uit de verslagen in de dagbladen vernamen.

En wanneer ik u thans eenige oogenblikken wensch bezig te houden met het leven van freule Tinne, dan is het belang¬

rijke van mijn onderwerp mij een waarborg, dat ik op uw onverdeelde aandacht zal kunnen rekenen.

Toen ik, misschien al te lichtvaardig, de taak op mij nam om heden deze voordracht te houden, heb ik mij zeiven de moeielijkheden niet ontveinsd, welke verbonden zijn aan het vervaardigen eener onpartijdige levensbeschrijving van een vrouw, j wier leven en werken nog zoo geheel verschillend, en vaak nog zoo geheel verkeerd beoordeeld worden, vooral daar een biografie toch nog iets anders moet zijn dan een dorre kroniek. De krachtige hulp, die ik van verschillende zijden daarbij mocht ondervinden, heeft mij echter in staat gesteld mijn arbeid te volbrengen, en dankbaar wordt hier openlijk die hulp door mij erkend. Vooral ben ik menige belangrijke mededeeling verschuldigd aan den oom der freule, den heer O. W. Hora Siccama, President der Algemeene Rekenkamer te 's Hage.

Ik heb gemeend u eerst een verhaal te moeten doen van het leven en de reizen van freule Tinne, daarna te moeten wijzen op de resultaten, welke haar tochten voor de wetenschap gehad hebben, om eindelijk een blik te slaan op haar karakter.

(*) Wij hebben gemeend deze voordracht le moeten geven, zooals / j is uitgesproken. Eenige noodzakelijke wijzigingen en uitbreidingen hebben wij als noten aan den voet der bladzijden er bijgevoegd.