toerustte en een ernstigen aanslag op het leven van alle aanwezige Franschen smeedde. Spoedig werd het masker geheel afgeworpen en de slechte gezindheid niet langer verbloemd.

Nu was het tijd om te handelen, wilde men niet allen tot dusverre verworven invloed verliezen, het Fransehe prestige geheel zien verloren gaan en zelfs aan dreigend levensgevaar bloot staan. Garnier stelde daarom een ultimatum, en toen aan zijn billijke eisehen op den bepaalden tijd niet voldaan was, viel hij den volgenden ochtend — den 30 November —• de citadel van Hanoi, die goed versterkt en door 7000 man verdedigd werd, aan. Zijn beschikkingen waren zoo goed genomen en werden door zijn handvol volks met zooveel snelheid ten uitvoer gebracht, dat hij zonder zelf eenig verlies te lijden binnen weinige uren meester van de sterkte was en den gekwetsten onderkoning met vele opperbevelhebbers had gevangen genomen, die den daarop volgenden dag met een der kannonneerbooten naar Saigon werden opgezonden.

Na den onmiddelijken omtrek van vijanden te hebben gezuiverd, waren de eerste gevolgen van deze stoute daad, dat Garnier zelf daadwerkelijk het gezag over de provincie Tongking moest in handen nemen. Het schijnt dat hij bij de eigenlijke bevolking, die wellicht het Annamitische juk reeds lang moede was, weinig tegenwerking ondervond, althans allerwege kwam men hem onderwerping aanbieden en zeer spoedig slaagde hij er in, om aan een nieuw stel inlandsche ambtenaren de verschillende staatsbetrekkingen op te dragen en zelfs een soort van inlandsche militie te vormen, die zijn macht zoude moeten steunen.

Eenmaal zooverre gekomen, dat hij meende zich naar behooren te kunnen staande houden, verklaarde hij in naam vanFrankrijk den handel op de Songkoi en in geheel Tongking vrij, stelde de aanwezige vreemdelingen onder de bescherming der vlag en kondigde de nieuwe orde van zaken aan alle consuls op de Chineesche kusten aan.

Ware door de regeering van Annam nu in dit fait accompli berust, dan had Garnier op eenmaal en door het op stoute wijze doorhakken van den knoop het levensdoel bereikt, dat hij zich gesteld had; waarlijk hij had dit in ruime mate verdiend voor al de inspanningen van lichaam en geest, die hij zich voor zijn vaderlandslievend denkbeeld reeds had getroost. Maar dit mocht zoo niet wezen; nog meer werd daarvoor geëischt; zelfs zijn leven, dat hij daarvoor reeds zoo dikwijls had veil gehad, zoude hij er inderdaad nog voor moeten geven.

Van den eersten schrik bekomen, begonnen de Annamieten aan nieuwen wederstand te denken, en maakten zij gebruik van een oogenblik, dat Garnier zijn krijgsmacht eenigszins had moeten

verdeelen over de vijf districten, die hij nu reeds onder zijn rechtstreeksch bestuur had, om een aanval te doen op de citadel van Hanoi, vroeger hun eigen, nu Garniers's hoofdsteunpunt.

Wel werd die aanslag glansrijk afgeslagen, maar daarmede was 's vijands macht nog niet gebroken, integendeel hij bleef in de nabijheid en scheen een belegering in het zin te hebben. Garnier, dit willende beletten, deed herhaalde uitvallen, en op den 21»ten December is hij bij een dezer gelegenheden, in een hinderlaag gevallen en met een zijner officieren gesneuveld.

Hoe zwaar die slag voor de Fransehe bezetting te Hanoi ook was, deze liet zich daardoor geenszins ontmoedigen, maar hield standvastig vol, waarvoor zij al zeer spoedig werd beloond, toen weinige dagen na Garnier's dood een eerste versterking aankwam, die, toen de treurmare te Saigon bekend werd, weldra door grootere krijgsmacht werd gevolgd. Nu was men sterk genoeg om zich staande te houden en de Annamiten te dwingen, zich naar de inzichten der Franschen te schikken.

Men moge in den aanvang al gemeend hebben, dat Garnier door de doortastende maatregelen, die hij nam, zijn instructien eenigszins was te buiten gegaan en het moge waar wezen, dat de koloniale regeering een oogenblik geweifeld hebbe, toen het bekend werd, dat men van de zijde van Annam maar niet zoo aanstonds in de zaak berustte; toen men Garnier's dood vernam hield alle aarzelen op. Hij moest worden gewroken, en hoe kon men dit beter doen, dan door Annam te dwingen den handel vrij te laten en langs de Songkoi aan Zuid-China, een veilig en zeker débouché te bezorgen over een gebied dat onder Fransch protectoraat staat.

Zoo zal Garnier's dood dan toch tot het doel leiden, waaraan hij zijn leven had gewijd!

Frankrijk en zijn jeugdige kolonie in Cochin-China verliezen in Francis Garnier een edel en hoogstbekwaam officier, die zich met hart en ziel gewijd had aan het ten uitvoerbrengen en doen slagen van een grootsch denkbeeld, doch op het oogenblik dat hij de zege zeer nabij was, in dien strijd werd verpletterd.

Men had alle recht van hem nog groote verwachtingen te koesteren, en weet niet wat meer in hem te bewonderen, zijn moed, zijn geestkracht en zijn doodsverachting of zijn kunde, zijn bescheidenheid en zijn vaderlandsliefde.

Hij vereenigde veel in zich van hetgeen volgens de wereld een groot man kenmerkt; wij gelooven deze regelen niet beter te kunnen besluiten, dan aan Nederland vele zonen toe te wenschen, die hem gelijken!

Amsterdam, Maart 1874.