in het gaan uitoefenen van een meer rechtstreekschen invloed op het rijk van Annam, in 't bijzonder op zijn zoo belangrijke noordelijkste provincie Tongking, ten einde te trachten de hindernissen op te heflen, die den vrijen afvoer langs de Tonkingsche waterwegen sedert eeuwen waren in den weg gelegd.

Die taak was echter van een geheel anderen aard dan het tot dus verre verrichte; daartoe waren onderhandelingen aan het hof van keizer Tu-Duc noodig, ten einde den overmoed der Annamitische grooten, die in Tongking het gezag in handen hadden, te fnuiken en de provincie zoo mogelijk onder Fransch protectoraat te brengen. Gelukte dit laatste, en konde de handel aldaar zoodoende worden vrij verklaard, dan zoude de Fransche kolonie daarvan toch de voordeelen inoogsten, al geschiedde dit dan ook niet zoo rechtstreeks als Garnier wel aanvankelijk had gewenscht.

Terwijl deze taak door een zijner landgenooten, den heer Dupuis, werd voorbereid, en zich van lieverlede reeds Fransche kooplieden uit Saigon, maar vooral ook uit Kanton naar Hanoi, de hoofdstad van Tongking, en naar de nog vele dagreizen de Songkoi-rivier op gelegen stad Mankou begaven, en van daar uit handelsbetrekkingen met Zuid-China, in 't bijzonder met Yunnan trachtten aan te knoopen, achtte Garnier het tot bevordering der zaak dringend noodig, zich op nieuw naar het Hemelsche llijk te begeven en door plaatselijke opnamen in Midden- en, zoo dit mogelijk was, ook in Zuid-Cliina beter bekend te worden met den toestand der land- en waterwegen, die met het bekken der Tonking-rivier zouden zijn in verband te brengen. Hij wenschte den handel daarmede, gelijk ook met de producten des lands, bekend te maken, en de behoeften der bevolking te leeren kennen, om de meest gewilde invoerartikelen te kunnen aanwijzen; in 't algemeen de middelen bestudeeren, die aan deze nieuwe richting voor den handel het meest bevorderlijk zouden kunnen zijn.

Noch zijn door zoovele in Azië en bij de verdediging van Parijs doorgestane ontberingen en inspanningen geschokte gezondheid, noch de dringende vertoogen zijner vrienden konden hem van zijn voornemen terugbrengen, en toen men hem ten laatste voorhield, dat hij zijn dood te gemoet ging, riep hij uit: Wat maakt het uit of ik sterf, als Frankrijk slechts groot wordt in het Oosten!

In het laatst van 1872 aanvaardde hij op nieuw de reis naar Saigon, en zag al spoedig na zijn aankomst zijn vvensch vervuld, doordien hem de vergunning om naar China te vertrekken en aldaar onderzoekingstochten te verrichten werd verleend. Als punt van uitgang koos hij zich nu de stad Hankoe aan de Yang tse Kiang, op ongeveer 114 oosterlengte van Greenwich gelegen, het westelijkste punt tot dus verre door de stoomvaart op die rivier bereikt, tevens het uiterste Europeesche handelstation in haar vallei. Reeds vroeger hadden Engelsche zee-officieren een deel der rivier hooger op onderzocht, waarbij

de groote moeilijkheid was gebleken, om de stoomvaart verder uit te strekken wegens de rotsen en stroomversnellingen; dit is te meer te bejammeren omdat, even als bij den Mekong, de toestand van den stroom hooger op weder over groote uitgestrektheid zoo bij uitnemendheid voor het handelsverkeer geschikt is.

Gelijk wij weten, had Garnier meer het oog gevestigd op de landstreek bezuiden de rivier gelegen, en zijn onderzoekingen voerden hem dus al spoedig naar het groote binnenmeer TungKing en de daarin uit het zuidwesten vloeiende rivieren. Yan deze nam hij de Yuen-Kiang op tot haar oorsprong toe, op 109° oosterlengte, trok toen een waterscheidend gebergte over, en zakte een anderen zuidelijken zijtak der Blauwe rivier, de Woekiang, en daarna de hoofdrivier zelve weder af.

Deze reis die van 11 Mei tot het midden van Augustus des vorigen jaars geduurd heeft, en die weder bij lange na niet zonder gevaar was, wegens de ongunstige stemming der bevolking, vooral die der groote steden, jegens Europeanen, was slechts de eerste eener reeks van tochten, die Garnier zich had voorgesteld te doen.

Hij gaf daarvan een uitvoerige beschrijving, opgenomen in het bulletin van Januarij dezes jaars der Socicté de Géographie, en ofschoon uit den aard der zaak daarin nog tot geen bepaalde besluiten kunnende komen ten aanzien van zijn hoofddoel, zoo meende hij toch dat zelfs reeds deze landstreek zoude zijn op te nemen in het handelsverkeer met Tonking, indien slechts door den opvoer van katoen — het meest gezochte handelsartikel voor den invoer in Centraal—China door de Europeesche kooplieden daartoe den weg werd gebaand.

Deze echt wetenschappelijke aardrijkskundige bijdrage is ook nog daarom de aandacht zoo dubbel waardig, omdat zij de laatste van dien aard is, die van onzen reiziger het licht zal zien.

Vóórdat hij zich tot nieuwe ondernemingen uitgerust had toch, werd hij naar Saigon opgeroepen, aangezien het koloniaal bestuur van zijn diensten in Tongking zelf wenschte gebruik te maken, alwaar zeer voor verwikkelingen werd gevreesd.

Men zag daar de vestiging der Fransche kooplieden met leede oogen aan, vooral toen deze zich ook met den invoer van wapenen naar Zuid-China bemoeiden, en, ofschoon de keizer van Annam zelf den schijn aannam van de Franschen gunstig gezind te zijn, zelfs hun tusschenkomst inriep en de schuld der ontstane moeilijkheden op de bewoners van Tongking wierp, zoo bleek toch spoedig genoeg, dat hier op echt Oostersche wijze een dubbelzinnige rol werd gespeeld door s keizers gezagvoerder, die een titel voerde, welken wij met dien van onderkoning

kunnen gelijk stellen.

In het laatst van October met twee oorlogsvaartuigjes, bemand met 150 koppen, voor Hanoi aangekomen, moest Garnier weldra ondervinden, dat men hem slechts in schijn welwillend ontving, maar zich reeds staande de onderhandelingen ten krijg