Mittheilungen, of op de Ocean Highways, waarvan de in Maart, 1873, onder de redactie vau kapitein Clements Markham geopende nieuwe serie van buitengewone levenskracht getuigt; maar vooral moet ik u opmerkzaam maken op hetgeen door een enkel, op zich zelf staand, jeugdig Italiaansch geleerde is tot j stand gebracht. Guido Cora's Cosmos, waarvan thans de eerste jaargang in zes met uitstekende kaarten toegeruste nommers compleet is, heeft door de buitengewone bekwaamheid en werkzaamheid van den redacteur zich dadelijk een evenknie der beste geografische tijdschriften betoond. De lauweren van dien Miltiades op het veld der Aardrijkskunde moeten ons geen slaap i vergunnen, maar tot een edelen wedstrijd aanvuren.

Werken over de Aardrijkskunde in het algemeen heeft 1873 niet veel opgeleverd; -— ik meen de zoodanige, die in een overzicht als het onze een plaats verdienen; want aan tal van nieuwe boeken voor het onderwijs in dit vak heeft het natuurlijk niet ontbroken. Ik merk alleen op dat Balbi's Algemeene Aardrijksbeschrijving, door de algeheele omwerking waaraan professor Arendts haar in de in 1873 te Weenen verschenen 5de uitgave onderworpen heeft, in waarheid, zooals de titel haar noemt: /reen systematische encyclopaedie der Aardrijkskunde naar de behoeften der beschaafden van alle standen" geworden is, die geheel op de hoogte is onzer tegenwoordige kennis. Professor Lavallée gaat voort op gelijke wijze de Géographie universelle van Maltebrun aan een geheele omwerking te onderwerpen. Het vierde deel daarvan is in 1873 te Parijs verschenen.

Wat algemeene kartografïsche werken betreft, zijn de atlassen van Collins en Vat en andere Engelsche en Eransche uitgaven te vermelden. Duitschland heeft op dit gebied in het afgeloopen jaar minder op nieuwe ondernemingen, dan op krachtige voortzetting der verbeterde uitgaven van sinds lang met roem bekende atlassen en kaarten te wijzen. De uitgave van Stieler's Handatlas in 30 afleveringen is thans tot de 18de aflevering gevorderd, zoodat wij binnen een paar jaren de voltooiing van deze nieuwe, in niet minder dan 9000 exemplaren verspreide editie mogen te gemoet zien; van de door Menke bewerkte derde uitgave van von Spruner's Handatlas voor de geschiedenis der middeleeuwen en van den nieuweren tijd, in 23 afleveringen, is de negentiende aflevering verschenen; eindelijk heeft de wereldkaart in 8 bladen van den uitstekenden geograaf Dr. Hermann Berghaus in een op nieuw verbeterde zevende uitgave het licht gezien.

Een om bijzondere reden merkwaardig kartografisch werk werd in den loop van 1873 in Nederland ter hand genomen en is grootendeels voor de uitgave gereed. Het is een atlas voor het onderwijs in de Aardrijkskunde op de scholen voor

inlanders in Nederlandsch Indië. Deze taak, waarbij zich, met, het oog op de eigenaardige behoeften der inlanders en het gebruik der voor de behandeling der Aardrijkskunde nog weinig gevormde Maleische taal, allerlei zwarigheden voordeden, werd door de Begeering aan ons medelid Versteeg opgedragen. Zij kon zeker aan niemand beter worden toevertrouwd, dan aan den voltooier van den door Melvill van Carnbée aangevangen Atlas voor Ned.-Indië, aan welks verdiensten nog onlangs het Januari-nommer van het Bulletin de la Societé Géographique de Paris schitterend recht deed wedervaren.

Op het gebied der algemeene ethnologie mag de pas verschenen Völkerkunde van Oscar Peschel niet onvermeld blijven. Het werk heeft zeker groote verdiensten, en na de verontschuldiging in de voorrede mogen wij den schijver over zijn leemten niet te hard vallen. Doch één grief kan ik niet onderdrukken. In het hoofdstuk over den Maleischen stam vind ik geen spoor van bekendheid met de zoo uitgebreide Nederlandsche literatuur over den Indischen Archipel; de schrale mededeelingen zijn uitsluitend aan Engelsche en Duitsche geschriften ontleend. Deze eenzijdigheid wreekt zich in zonderlinge misvattingen. Hoe groot moet b. v. niet de onbekendheid met Ned.-Indische toestanden zijn. van een schrijver, die zeggen durft: «Eine Europaerin in Niederlandisch Indien bedenkt sich sehr reiflieli ehe sie in eine Ehe willigt, denn das erste Kindbett kostet gewöhnlich der Mutter das Leben' ? Van de Dajaks op Borneo zegt de schrijver: "Bei ihnen galt ehe der Badscha Sir James Brooke ihr ein Ende bereitete, die alterthümliche Sitte des Schadelraubes." Hier gaat de eenzijdigheid zoover, dat de selirijver wat van de weinige in het gebied van Serawak wonende Dajakstammen geldt, eenvoudig tot alle Dajaks uitbreidt. Men zou uit zijn woorden kunnen opmaken, dat hij alle Dajaks aan het gezag van den Badja van Serawak onderworpen waant, en niet weet dat drie vierden van dien volksstam op Nederlandsch grondgebied wonen. Het is hem dus ook onbekend, dat het Nederlandsch gezag niet minder dan de regeering van Serawak zich beijverd heeft om het koppensnellen tegen te gaan, maar dat desniettemin dit wreede gebruik nog lang niet overal is uitgeroeid. Dat Tobias, George Muller, Bitter, Salomon Muller, v. Lynden, Sehwaner, van Bees, Perelaer en andere Nederlandsche schrijvers over de Dajaks van Nederlandsch Borneo even overvloedige en zeker niet minder nauwkeurige berichten hebben te boek gesteld, als in Engelsche werken over die van liet noorden des eilands te vinden zijn, schijnt den heer Peschel geheel onbekend. Tegen zulk een miskenning en wegcijfering van hetgeen wij voor de kennis vau den Indischen Archipel gedaan hebben, moeten wij bij elke gepaste gelegenheid onze stem verheffen. Het behoort ook tot de taak van ons Genootschap te zorgen, dat wat Nederland tot den algemeenen schat der geografische kennis bijdraagt, niet wordt over 't hoofd gezien of aan anderen toegekend.