lijk te bekorten. Wij wenschen het vast te knoopen aan dat, 't welk den 25 October 1873 te Leiden werd uitgebracht. In dat verslag achtten wij ons gerechtigd tot de uitspraak: //Het Genootschap is gegrondvest, is in werking getreden." Uit de thans mede te deelen feiten en te maken vergelijkingen zal, vleien wij ons, kunnen blijken dat reeds sprake kan zijn van de werkzaamheden en verrichtingen van ons Genootschap en dat de woorden vooruitgang, medewerking, leven en bloei, onmisbaar, naar 't schijnt, in alle verslagen, in het onze meer dan ijdele klanken mogen lieeten.

In de maand October hadden wij het voorrecht U te kunnen mededeelen, dat Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden het Beschermheerschap van ons Genootschap had aanvaard. Thans ontvingen wij reeds meer dan een bewijs van de heugelijke wijze, waarop dat Beschermheerschap door Z. K. H. wordt opgevat. Reeds verschijnt onze doorluchtige Beschermheer voor de tweede maal in ons midden en verschaft zoowel door die belangstellende tegenwoordigheid als door de welwillende woorden, ten aanzien van ons Genootschap ter vorige vergadering geuit, het jonge Genootschap een zedelijken steun, dien wij niet hoog genoeg kunnen waardeeren.

Op den 25 October bedroeg het aantal donateurs twee, dat der leden 238. Thans is het aantal donateurs drie en is dat der leden tot 360 gestegen. Doch niet alleen de quantiteit ook de qualiteit dier leden verdient opmerking. Immers ongeveer 80 van dezen vertegenwoordigen de wetenschap en het onderwijs, 50 het leger en de vloot, 90 onze afgevaardigden ter Staten-Generaal en den ambtenaarsstand; niet minder dan 80 den handel, de scheepvaart en industrie.

Wanneer wij letten op de verschillende bedoelingen, welke ons Genootschap tracht te bereiken, dan kunnen deze cijfers den waarborg leveren voor een veelzijdige en vruchtbare werkzaamheid.

In de meeste, in het October-verslag genoemde steden werd liet aantal leden met enkelen vermeerderd; dat van den Haag steeg van 61 tot 85, van Amsterdam van 40 tot 71. Te Botterdam daarentegen zagen wij het geringe ledental (nam. 14) slechts met drie verhoogd. Ons Genootschap schijnt daar nog weinig bekend te zijn. Allicht kan een algemeene vergadering, in de tweede koopstad van Nederland gehouden, daarin degewenschte verbetering brengen.

Eeeds in October stond ons Genootschap in betrekkelijk ledental niet bij de buitenlandsche achter. Thans is het zeer velen in dat opzicht vooruit. Immers het Fransche Genootschap telt volgens de laatste opgave ongeveer 600, het Amerikaansche 554, het Oostenrijksche 523, het Pruisische 394 leden. Het Zwitsersehe, wegens de grootte der beide landen, het best met het onze te vergelijken, telt 75 leden.

Veranderingen in het bestuur zijn gelukkig niet voorgekomen. Alleen werd, zooals de voorzitter ter vorige vergadering

mededeelde, de nog vaceerende plaats ingenomen door Mr. N. J. den Tex, secretaris der Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam. De bestuurs-vergaderingen werden geregeld eiken eersten Zaturdag der maand gehouden; in de maanden Februari en April hadden er zelfs twee vergaderingen plaats. Wat in die vergaderingen verricht wordt, mag U niet onbekend blijven. Wij veroorloven ons het voornaamste aan te stippen, dat sedert October in die bijeenkomsten behandeld werd. Het reglement voor de Bibliotheek werd overwogen en vastgesteld. Er werden maatregelen genomen, om te voldoen aan het verzoek der sub-commissie voor wetenschappelijke lezingen van de afdeeling Volksvoordrachten der Maatschappij voor den werkenden stand, om nl. voor één of twee spreekbeurten gedurende den afgeloopen winter te zorgen. De uitgave in het Tijdschrift van een kaart van St. Eustatius, naar een teekening van den heer Bisschop Grevelink en met geschiedkundige beschrijving van den heer Blommendal, werd voorbereid; aan de commissie, die eerlang ter waarneming van den overgang van de planeet Venus over de Zon, naar het eiland Beunion zal vertrekken, is een in de bestuurs-vergaderingen opgemaakte lijst van vragen van geografischen aard ter hand gesteld, met welker beantwoording zij welwillend had aangeboden zich te belasten. De commissie voor de redactie van het Handboek voor reizigers werd benoemd en ontving de noodige instructiën. Het adres aan den minister van B. Z. over den toestand van het Ethnol. Museum te Leiden werd volgens het besluit der October-vergadering vastgesteld en ingediend. Inlichtingen van geografischen aard, door leden gevraagd, werden meer dan eens gegeven. Over de wenschelijkheid eener uitgave door het Genootschap van OudNederlandsche reis-journalen naar Nieuw-Guinea werden uitvoerige rapporten uitgebracht. Op uitnoodiging van het Verein von Freunden der Erdkunde zu Leipzig werden, voor de H. H. Kuntze en Carl Mauch op hun reis rondom de wereld, aanbevelingsbrieven van Z. E. den Minister van Koloniën aan Nederlandsche ambtenaren op Java gevraagd en verkregen. Naar aanleiding van het besluit der vorige algemeene vergadering omtrent een adres, over de aardrijkskunde als vak van Hooger onderwijs aan de Begeering te richten, werd in de beide laatste bestuurs-vergaderingen van gedachten gewisseld over de wijze, waarop aan den last dier vergadering zou kunnen voldaan worden, doch met geen bevredigende uitkomst. De zaak zal dus nogmaals aan uw overweging onderworpen worden. "V oorts moesten plaats, tijd en werkzaamheden der algemeene vergaderingen telkens bepaald, de bijdragen en kaarten voor het Tijdschrift besproken, de geheele uitgave daarvan geregeld worden. Het zal u dus zeker niet verwonderen, dat bij zoovele en zoo veelsoortige werkzaamheden de tijd op de bestuurs-vergaderingen gewoonlijk te kortschiet.

Op ieder dier vergaderingen mocht het Bestuur zicli in tal van geschenken voor de Bibliotheek des Genootschaps