"V JE Jt£ S T j -A- Gr

DER

DERDE ALGEMEENE VERGADERING

VAN HET

AARDRIJKSKUNDIG GENOOTSCHAP,

GEHOUDEN TE 'sHAGE, 28 FEBRUARI 187 4.

Tegenwoordig de Beschermheer van liet Genootschap, Z. K.H. Prins Hendrik der Nederlanden, en volgens de presentielijst de leden:

P. A. Haaxman, J. P. N. Land, A. D. van der Gon Netseher, J. Smulders, I. Dornseiffen, C. M. Kan, T. W. A. Beelaerts van Blokland, J. H. de Groot, Pt. P. van den Bosch, Gey van Pittius, N. W. Posthumus, H. P. van Karnebeek, Ph. J. Bachiene, H. Hartogh Heys van Zouteveen, H. J. Vinkhuizen, Arntzenius, A. A. W. Hubrecht, A. E. Holwerda, H. J. Karsten, M. D. van Limburg Stirum, E. Piaget, W. A. Verkerk Pistorius, P. J. Yeth, W. F. Versteeg, P. J. van de Kasteele, Mejuffr. S. C. Tak, Murk Leis, Jan Leis, M. E. Gantz, P. Conradi, A. van Otterloo, P. W. Booms, J. van der Meersch, P. J. Buyskes, A. Tuyn, Corns. de Groot, V. de Stuers, L. Cohen Stuart, M. J. A. Mast-

hoff, A. van Naamen van Eemnes, H. J. de Boer. .T. Smulders

' j |

jp. van uapeilen, A. JN. M. JJit, F. de Casembroot, P. H. Witkamp, S. Speelman, J. Kuyper, H. J. Veth, C. P. Stemler, J. K. J. Quarles van Ufford, J. Groll, M. M. von Baumhauer, Gualth. Kolff, Iï. Itodi de Loo, P. de Bas, A. Bauduin, W. 0. E. Kocli, W. C. A. Staring, F. M. de Vries van Heyst, A. W. T. Juynboll, A. E. J. Holwerda, P. Q. Brondgeest, Th. F. Schill, M. P. Lindo, J. K. J. de Jonge, J. M. Obreen, J. B. Kan, H. J. van der Heim, A. Koch, E. W. Besier, W. A. van Verschuer, J. de Witte van Citters, N. J.denTex, A. E. Blommendal, J. P. Amersfoordt, P. J. B. C. Eobidé van der Aa, Mejuffr. A. M. Allebé, Mejuffr. A. W. G. Kaiser, I). J. Steyn Parvé.

De voorzitter opent de vergadering met een woord van hartelijken dank aan Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden voor de welwillendheid, waarmede deze het beschermheerschap over het Genootschap heeft willen aanvaarden. Dat bewijs van belangstelling werd hoog gewaardeerd en beloofde veel voor de levenskracht van het Genootschap. Het kwam toch van een zijde, van welke reeds zoovele weldaden voor handel,

scheepvaart en nijverheid in Nederland waren uitgegaan. Spreker hoopte, dat het Genootschap bij voortduring dien steun mocht ondervinden, vooral, wanneer het in lateren tijd zijn werkkring uitbreidende, meer naar buiten zoude werken, gelijk door de buitenlandsclie genootschappen geschiedde.

Na eenige mededeelingen van den voorzitter aangaande den staat van het Genootschap, zijn werkzaamheden en zijn boekerij, mededeelingen, die met het oog op het verslag, in de vergadering omstreeks Pasclien uit te brengen, zeer kort konden zijn, opende de heer P. J. B. C. Robidé van der Aa de werkzaamheden met een voordracht over Nederlands roeping ter verkrijging van meer kennis aangaande Nieuw-Guinea. In de inleiding van die voordracht wijst spreker er op, hoe weinig wij nog van dit in alle opzichten zoo merkwaardige eiland weten, welke natiën Nieuw-Guinea in den laatsten tijd onderzocht hebben, met welke bedoelingen zij dit gedaan hebben, en welke houding Nederland tegenover en onder die natiën diende aan te nemen. Het eigenlijk onderwerp was het aanwijzen van 't geen wij van Nieuw-Guinea zijn te weten gekomen, welk aandeel de Nederlanders aan die ontdekkingsreizen hebben gehad, wat verder door Nederland ten opzichte van Nieuw-Guinea diende gedaan te worden. Bij de beschrijvingvan het eiland werd gewezen op de configuratie, de grootte de merkwaardigste baaien, punten en nabij gelegen eilanden, de bevolking, haar gering aantal en woestheid. Van de natiën buiten Nederland hadden Portugeezen, Spanjaarden, Engelschen, Fransehen, Duitschers, Italianen en Eussen reizen naar Nieuw-Guinea ondernomen of het eiland onderzocht. De reizen van den Spanjaard de Torres, van den Franschman Bougainville, der Engelschen Dampier, Cook en vele anderen werden vermeld en het terrein hunner onderzoekingen aangewezen. Van de natuuronderzoekers onzer dagen werden de Engelschman Wallace, de Eus v. Miklucho Maclay, de Italianen D'Albertis en Beccari, de Duitscher Dr. A. B. Meijer besproken. Bij de ontdekkingsreizen der Nederlanders werd vooreerst gewag gemaakt

5