gebleken is. (1) Het is dus geen wonder dat liet Afrikaansche Genootschap de witte plek van een andere zijde traclit te naderen, n. 1. van het Westen uit, van een zijde, die ook door de Engelsclie expeditie, welke den 30 Nov. 1872 onder Luitenant Grandy van St. Paul de Loanda vertrok, verkozen werd. (2) Yan daaruit toch zal men het terrein, dat onderzocht moet worden, spoediger kunnen naderen en veiliger tevens. Yan de Kongo-kust zal men in het Kongo- en Loealaba-bskken komen en dus op die // Bodenscliwelle", op die waterscheiding van 't Aequatoriale Afrika, op wier onderzoek de kundige Behm in het bovengenoemde artikel zoo terecht aandringt. Kent men dien scheidsmuur tusschen de rivieren van Oost- en West-Afrika goed en volkomen, dan zal allicht over den loop van Nijl, Kongo, Sliari, Binoewe, Oëelle, Ogobaai gezamenlijk, liet juiste licht geworpen worden.

Doch dat niet alleen. Men zal meer gewaar worden dan den loop eener rivier, de ligging van een meer of bergketen.

Daar in dat Kongo-dal en in Centraal-Afrika ligt een uitgestrekt veld van onderzoek voor den plant- en dierkundige, den mineraloog, den ethnograaf en den linguist, en terecht richtte zich » die Africanische Gesellschaft" niet alleen tot de geogr. Genootschappen, maar ook tot de natuurkundige van geheel Duitschland. Een enkel voorbeeld, om zelfs den schijn van jacht op phrases te vermijden. Dr. Schweinfurth vond in de Niamaniam-bossclien zooveel nieuwe plantensoorten, dat zijn vreugde, daarbij ondervonden, herinnert aan Wallace's genot, gesmaakt bij 't onderzoek der Indische insecten-wereld; „ Wollte ich alle Arten," schrijft Dr. Schweinfurth aan Behm (Mittheil 1873 p. 31) //aufführen, welche das Monbuttu-land u und die Niamaniam-fiora extra Nilum vor der Flora des

(1) Bij de drie genoemde reizigers zijn zij trouwens al zeer verschillend. Terwijl Nachligal, de gezant van den Koning van Pruisen bij het hof van Koeka, aan schromelijk geldgebrek leed, (deze ziekte heel: >Mitlellosigkeil"), werd Dr. Schweinfurth door brand en zijn aflnnkelijkheid van de ivoor- en slavenhandelaars lot lerugkeeren genoodzaakt. Livingstone, de hoogbejaarde reiziger, trouwens altijd meer zendeling en tegenstander der slavernij, dan streng wetenschappelijk reiziger, heeft der aardrijkskunde zeker zijn belangrijkste diensten bewezen, en heeft, na zoo veel resultaten verkregen te hebben, recht op rust. Ook bij de ontdekkingsreizen in Centraal-Afrika gelde dus het beginsel der verdeeling van arbeid; langs verschillende wegen, door middel van verschillende personen leide men het onderzoek.

(2) Mittheil. 1873, p. 72. Deze expeditie is mei behulp van het En»elsche Gouvernement uitgerust, en door Sir Paraffin Young, den vriend van Livingstone, met £ 2000 ondersteund. — Luitenant Grandy heefi op de westkust van Afrika reeds veel ondervinding opgedaan, is reeds menige rivier opgevaren, bezil de gave goed te kunnen waarnemen en is sterk van gestel. Zijn broeder, insgelijks een zeeman, vergezelt hem. Men wil van Loango uit, over San Salvador, boven Tuckey's verste punt, de watervallen, den Kongo bereiken.

// Nilgebietes als West-Africanische Typen voraushaben, so> 0 hatten erst meine Sammlungen bestimmt werden müssen; // soviel ist' gewisz: unter den gesammelten sind ihrer we// nigstens 200."

Prof. Grisebacli legt in zijn werk: //Die Vegetation der Erde" op de kennis van dat Centraal-Afrika geen gering gewicht, en meent zijn flora met die van 't Amazonen-gebied in Z.-Amerika te kunnen vergelijken.

Na zijn terugkeer in Europa wees Dr. Schweinfurth dan ook in de zitting van het Gesellschaft fur Erdkunde te Berlijn nogmaals uitdrukkelijk op liet belang eeuer nauwkeuriger kennis van Centraal-Afrika voor de botanie. Hij meent, dat deze vooral door de Duitsclie expeditie zal verkregen worden. — n Zwischen zwei merkwürdigen Erdstellen," zegt hij, (Z. f. E. 1873 p. 285) // liegt die erwahlte Operations-basis der neuen n Expedition; im Norden ist es jene waldige Nehrung am süd„ lichen Miindungsarm der Ogobaai, die dem rathselhaftester. // Geschöpfe der Thierwelt, dem Gorilla, zum Wohnorte dient; // im Süden ist es der Vorsprung des Cap Negro, der das // oröszte Wunder der Pflanzenwelt, die Welwitschia Mirabilis, u tragt, ein Nadelholz, fast stammlos, nur mit 2 Blattern aus » der tischlörmigen Wurzel die Blüthe und Frucht hervor-

„ treibend, das ganze Gewaclis etwa 2 Kubikfuss haltend

» Die Flora der Westseite des tropischen Africa ist bei weitem « reicher als die der Ostseite, wenn sie auch hinter der des // tropischen Amerika nocli zuriick bleiht. Mann sammel^ // ungefahr 3000, Welwitseh in 7 Jahren ungefahr 5000 Species, «der Vortragende selbst dagegen in 6 Jahren höchstens die // Halfte ;(2500) im Osten."

Doch niet alleen het plantenrijk heeft zijn wonderen. Livingstone noemt dieren, welke het vermoeden wettigen, dat ook de fauna van 't Kongo-gebied en van 't Aequatoriale Afrika veel eigenaardigs zal opleveren, zich althans onderscheidt van die van 't Nijl-gebied. Hij beschrijft een soort van anthropomorphe apen, door de inboorlingen //Soko" genoemd, die bij stortregens met de handen op zijn hoofd blijft zitten, en daarom door de inboorlingen voor een sukkel gehouden en uitgelachen wordt; volgens Livingstone is hij echter een schelm, met kromme beenen, dikken buik, klein voorhoofd, waaraan zelfs geen atoom van een gentleman.

Ook schijnt daar te huis te behooren een groote aap //mban" o-eheeten, (1) waarvan v. Heuglin hoorde spreken en welke Schweinfurth zag, doch dan ook alleen maar aan gene zij van het Nijlgebied; voorts een knaagdier, //Dezi" genoemd, 't welk aan de olifantstanden knaagt en ze bederft, en waarvan Rohlfs zelfs op de groote slavenmarkten te Lokoja en Abd-es-Lenga aan den Binoewe nimmer iets hoorde. Schweinfurth eindelijk vond

(1) Mittheil. 1873. p. 31.