gewend, voorts tot alle natuurkundige genootschappen en ein- | delijk tot het geheele beschaafde publiek; want van al die zijden, niet alleen van geografen van beroep, meende men op

ondersteuning te mogen hopen.

De belangstelling wist men in die mate te wekken, dat reeds in

April 1873 de statuten definitief vastgesteld waren en het Genootschap opgericht was, dat bijdragen van alle zijden toevloeiden, dat niet minder dan 47 personen zich voor de eventueel mt te zenden

expeditie hadden aangegeven, onder welke uit Beneden-Italie, Holland, Engeland, New-York, Texas, zelfs uit Milwaukee, en dat het jonge gezelschap zich mocht verheugen in het beschermheerschap van Z. K. H. den Groothertog van Saksen-Weimar, den Kroonprins van Saksen, wijlen Prins Adelbert van Pruisen, en de Senaten van Bremen en Hamburg. Tot Voorzitter van het Bestuur werd benoemd Dr. Bastian, de beroemde reiziger, die in 1857 het Kongo-rijk bezocht en beschreef; tot Secretaris de niet minder bekende Prof. W. Koner, de redacteur van het Zeitschrift für ErMu.de. Ook onder de overige leden van het comité bevinden zich welklinkende namen, b. v. die van Prot. Peschel, uit Leipzig, Dr. Richard Andree, mt Leipzig, Dr. v. Fritsch uit Frankfort, Dr. Petermann, Dr. Rohlfs, Dr. Henry Lange, Dr. R. Hartmann, Prof. Kiepert, Dr. Schwemfurth en

anderen.

Terstond werd van het doel, waarvoor 't Genootschap was opo-ericht, het uitzenden der expeditie, alle mogelijke werk gemaakt. Zij zoude uitgaan van de Kust van Neder-Guinea,

meer bepaald van de Loango-kust.

Tot aanvoerder werd benoemd Dr. Güssfeldt, uit Berlijn, (1 die vergezeld zoude worden door luitenant von Hattorf, uit Hannover, en v. Gerschen, vroeger langen tijd landmeter op Java, Sumatra en Borneo, in dienst van ons Gouvernement.

Van regeeringswege ondervond het Genootschap terstond zoowel eenigen materiëelen als moreelen steun. — Het Pruisise ie Ministerie van Oorlog schonk 37 zündnadel-, 150 percussie-en 200 vuursteen-geweren met ammunitie, als wapenen voor het ne-er-escorte, of om als geschenk te kunnen dienen. Het .Ministerie van Marine beloofde zoo mogelijk m het najaar een oorlogschip naar de kust van Loango te zullen zenden, ten einde daar de Duitsche vlag te vertoonen Ministerie van Buitenlandsche Zaken werd tot het geesche Gouvernement het verzoek gericht de leden der expeditie bij hun onderzoekingen in Neder-Guinea alle mogelijke hulp en steun te verleenen. Alles liet zich dus zoo goed mogelijk aanzien, te meer, daar de voorzitter van e Genootschap, Dr. Bastian, zich gereed maakte op eigen kosten naar de Loango-kust te gaan, ten einde daar zoo lang e vei

(l)Over Güssfeldt vgl. Afillheihngen 1873.p. 72. Hij heeft zich reeds sedert eenige jaren op de sterrewacht te Berlija voor wetenschappelijke reuen voorbereid • als mathematicus kan hij voor juiste, astronomische plaatsbepalingen zorgen. - Hij droeg zelf niet minder dan 5000 Thl. aan de exped.t.e b.j.

toeven, totdat hij voor de expeditie een vaste operatie-basis zou gevonden hebben. De expeditie vertrok dan ook weldra, en wel in twee gedeelten: Dr. Güssfeldt en von Hattorf vertrokken den 16den Mei over Liverpool naar Banana, aan de noordelijke Zaïre-monding; Dr. Bastian en v. Gerschen eenige dagen later over Lissabon naar Cabinda, iets ten noorden van de Zaïre-monding en dus ook van Banana. In Cabinda zou men zich véreenigen.

Zooals den lezer allicht reeds uit de dagbladen bekend zal zyn geworden, is de reis van Dr. Güssfeldt op de * Nigretia niet voorspoedig geweest. » Den 14den Juni, des avonds om 8 uur," zoo schrijft hij aan Dr. Koner, » verlieten wij met de » // Nigretia" de haven van Freetown (Siërra Leone). Men u moet, om van Freetown in volle zee te komen, in N. W. »richting door de monding der Siërra Leone Rivier (Rokell) // en vervolgens om een kaap zeilen, kortweg »the Cape ge„ heeten. Die kaap heeft een vuurtoren met rood licht; vóór „ de kaap, ongeveer een zeemijl er van daan, ligt een rots, //the » Carpenters-rock" geheeten, die men bij ebbe boven het water , ziet uitsteken. Juist met het oog op die rots is daar een // vuurtoren geplaatst. Wij hadden een loods aan boord (een « neger, den havenmeester van #the Cape"), die ons tegen kwart

u voor negen verliet.

/, Ik stond met von Hattorf en twee andere passagiers op het „ bovendek, toen ik tegen 9 uur plotseling het noodsein hoorde, „ en kort daarop een heftigen, met een dof kraken gepaard n gaanden stoot vernam: het schip was op de rots gestooten. , Over 'tgeen ons te wachten stond, verkeerde ik volstrekt niet

n in 't onzekere." (1)

TW vnnvfi.- Dr. Güssfeldt. Zooals hij terecht vermoedde, ver¬

loor de expeditie door deze schipbreuk niet alleen zeer vele en zeer bruikbare instrumenten en andere voorwerpen, tot de uitrusting behoorende, maar insgelijks veel tijd. Eerst den 28en Juni, dus 14 dagen later, kon de reis naar den Kongo

voortgezet worden.

Wat de aanvoerder echter ook verloor, den moed volstrekt niet, en dat mag ons vertrouwen in hem verhoogen. «Wanneer

(1) Het verhaal van Dr. Güssfeldt zou aan onvoorzichtigheid doen denken. Zooals Dr. Neumayer in de zitting van het Gesel/schaft fur Erdkunde, den 11 Oct. j.1. gehouden, aantoonde, is dit echter niet het geval. De ebbestrooming, vertelt hij, loopt in eiken tijd van hel jaar snel uit de monding der Siërra Leona rivier, stroomt echter in den regentijd, welke bij hel uitzeilen der ■ Mgrelia" juist inviel, nog veel sneller dan gewoonlijk. Daarin is voor uitzeilende en binnenkomende schepen een groot gevaar gelegen, dewijl aan de noordzijde een uitgestrekte ondiepte - the middle ground" en aan de zuidzijde . the Carpenlers rock" vermeden moet worden. De ■ Nigretia" had bij kaap Siërra Leone den loods aan wal gezet; hel was een donkere nacht, en bij het pogen om de ondiepten te vermijden, door een snellen stroom medegesleurd, werd het. schip op de rots geslingerd.