ate mensen nog aan toe«allemaal mensen in st eiov
ST. ELOY'S TOPPROPAGANDIST: zaterdag tussen koffie en eten | 27 leden winnen in vier maanden I
HEEL DE WERELD ... werknemer moet meespreken voordat automatisering begint
De Internationale Arbeidsorganisatie is een zelfstandig werkende onderafdeling van de Verenigde Naties. Doel is de bevordering van de internationale arbeidswetgeving en van de eenheid inde sociale politiek van de verschillende landen. Inde organisatié spreken behalve de overheden van de verschillende landen, ook werkgevers en werknemers mee. Begin december kwam te Genève de achtste industriecommissie bijeen. Onderwerp van gesprek waren de arbeidsvoorwaarden inde metaalindustrie. Vertegenwoordigers van overheden, werkgevers en werknemers uit tientallen landen voor en achter het ijzeren gordijn en van alle continenten hebben daar vergaderd. Voor Nederland waren o.a. aanwezig, St.-Eloy’s bondsvoorzitter P. Brussel en St.-Eloy's economisch adviseur drs. H. van Velthoven. Voor het wereldforum van Jeskundigen op het terrein van arbeidsvoorwaarden inde metaalindustrie heeft bondsvoorzitter Piet Brussel belangrijke dingen gezegd over enkele actuele problemen, die met name in West-Europa en in Nederland een rol spelen. ☆ Wat zich in sommige landen heeft afgespeeld rondom de automatisering van de produktie is een duidelijke waarschuwing, vindt bondsvoorzitter Piet Brussel. Men is er niet in geslaagd de ernstige gevolgen, die automatisering heeft voor het sociale leven, tijdig en doeltreffend te ondervangen. En hoe komt dat? Een van de belangrijkste oorzaken is het feit, dat men bij de invoering van de automatisering allerlei plannen heeft gemaakt zonder daarbij de werknemers te betrekken. De werknemers konden pas hun woordje meespreken, toen het op de uitvoering aankwam. Resultaat: de sociale gevolgen van de automatisering krijgen nauwelijks en dan nog veel te laat de aandacht. Als het te laat is komt men met overplaatsingen en omscholingen, maar het kwaad is al geschieder is werkloosheid. Gelukkig geen blijvende, maar toch wel tamelijk langdurige. St.-Eloy’s voorzitter wijst er op, dat de gevolgen van automatisering dikwijls nog gecamoufleerd worden door de huidige overspanning op de arbeidsmarkt, waardoor de „automatiseringswerkloosheid" nog” een beetje kan worden opgevangen. Maar als straks de situatie op de arbeidsmarkt eens verandert, dan kunnen de werknemers behoorlijk' gedupeerd worden. De regeringen zullen daarom maatregelen moeten nemen. Een soeiie ej sla9vaardige politiek, die aanvullende openbare werken mogelijk maakt, lijkt onontbeerlijk. ☆ Maar er is meer, vindt Piet Brussel. Want een werknemer is een mens en met een baal meel, die je maar willekeurig kan verplaatsen. Elke gedwongen overplaatsing, elke gedwongen verhuizing, elke verandering waarom de werknemer niet heeft gevraagd,
; brengt menselijk leed. Al is dan het inkomen gegarandeerd, het zich uitge-I stoten voelen is een aantasting van het zelfrespect. Daarom moeten de werknemers tijdig bij de planning – worden betrokken, het gaat niet al; leen om hun welvaart, maar ook om ï hun welzijn. I ☆ , Een ander groot probleem, verbonden j aan de automatisering, snijdt St.-Eloy’s eerste man ook aan. Is het niet zo, dat de automatisering enorme investerin, gen vraagt? Die enorme investeringen , leiden gemakkelijk tot economische concentratie. Gevaar nummer één: de ! grote economische machten kunnen I op vele terreinen een niet te controleren invloed uitoefenen'. Maar het anj dere gevaar, toenemende vermogens, ongelijkheid, bestaat ook. Steeds meer vermogen komt terecht inde kluizen van de betrekkelijk klei-Ine groep van bezitters. Er zullen wegen gevonden moeten worden om de werknemers in het groeiend vermogen te laten delen, waarschuwt de heer Brussel. Kan dit niet in goed overleg, dan zullen er spanningen ontstaan. Dan kon het wel eens gebeuren, dat deze verdergaande technische ontwikkeling een herhaling wordt van de eerste industriële revolutie, die door zijn gevolgen de grondslagen van onze maatschappelijke orde opnieuw ernstig zou verstoren. ☆ Voorzitter Brussel kan het niet laten. Hij spreekt over de Westeuropese super-hoogconjunctuur. Over de enorme kerkgelegenheid, die verschillende Europese landen er toe heeft gebracht arbeiders uit het buitenland aan te trekken. Maar hoe meer buitenlandse arbeiders, hoe groter de daarmee samenhangende sociale problemen. De buitenlanders komen meestal in landen terecht, waar de menselijke waardigheid van de werknemer algemeen wordt gerespecteerd. En toch, ze worden daar heen gehaald uit economische overwegingen, maar sociaal gezien is er eigenlijk geen plaats voor hen.. Ze zijn arbeidskrachten, produktiemiddel, verder niets. Vrouw en kinderen mogen niet meekomen, of kunnen niet gehuisvest worden. Wordt niet te licht vergeten, dat elk menselijk handelen ook het economisch handelen aan ethische normen is gebonden, vraagt Brussel zich af. Vergeef men dan, dat men de morele verantwoordelijkheid draagt voor de sociale gevolgen van dit handelen? St.-Eloy's bondsvoorzitter acht het dringend gewenst dat de Internationale Arbeidsorganisatie ook aan deze zaak aandacht schenkt. Hij wijst op schandalige uitbuiting door buitenlanders op te hopen in pensions, kelders en garages tegen woekerprijzen. Brussel vraagt de Internationale Arbeidsorganisatie er bij de aangesloten landen op aan te dringen, aan de toelating van buitenlandse werknemers de voorwaarde te verbinden dat zij gelijke rechten, en bovenal gelijke mogelijkheden zullen hebben, om te delen inde welvaart van het ontvangende land.
Jo van Loon uit Bergen op Zoom? Ja die kennen ze wel in Utrecht op de Maliebaan, waar St.-Eloy’s hoofdkantoor is gevestigd. Jo van Loon is propagandist, en niet zo’n klein beetje ook. Albert van de Bogaard heeft alles wat maar iets met propaganda te maken heeft op papier staan. Mieke, zijn assistente, zorgt daar voor. Mieke houdt ook een lijst bij, waarop de individuele resultaten van de propagandisten worden opgetekend. Bovenaan de lijst staat Jo van Loon, want hij heeft gedurende vier maanden Zilveren-aambeeld-actie al 27 nieuwe leden ingeschreven. ☆ Jo van Loon is 49 jaar, zijn geld verdient hij als machinevormer en voor St.-Eloy zet hij zich in als bestuurslid van de afdeling Bergen op Zoom en als lid van de districtsraad van het district Roosendaal. Maar het gaat ons nu vooral om het propagandistische werk. Ongeveer vijf uur per week spendeert Jo van Loon aan huisbezoek. Want dat is nog steeds de meest doeltreffende manier vindt hij. En als het even kan gebruikt hij die uren vooral op zaterdagmorgen, zo tussen de koffie en het middagmaal. Dan luisteren de mensen het beste en dan hebben ze ook de meeste tijd. Want ’s avonds hebben de propagandisten het moeilijk. De televisie wint het in aantrekkingskracht van de propaganda. Toch heeft die televisie ook voordelen, vindt Van Loon, want vooral de laatste tijd merken de mensen dat de vakbeweging lang niet stilzit. Ze zien het op de televisie, ze horen het voor de radio en ze lezen het inde krant. En dat is toch ook reclame. Daar kunnen de propagandisten op inhaken. Jo van Loon heeft ook nog zijn zegje te zeggen over de ongeorganiseerden. Hij kan daarover meepraten, want de propagandisten inde bond zijnde mensen, die het meest contact hebben met de ongeorganiseerden. „Ik wil er niet teveel over zeggen, maar ik weet dit wel: als ik moest staken om voordelen voor georganiseerden te bereiken dan zou ik dat doen. Weet je waarom? Moet je maar eens meegaan op huisbezoek. Hoeveel keer ik al heb gehoord: „Ik kijk wel uit, ik word geen lid, wat jullie krijgen, dat krijgen wij toch ook allemaal". Als de mensen problemen hebben, dan weten ze je wel te vinden. Want in het bedrijf ben je toch af en toe een vraagbaak. Dan merken ze plotseling, wat de vakbeweging voor ze kan doen. Maar niet alleen de werknemers hoor. Want ze moeten bij ons in het bedrijf maar eens proberen iets voor elkaar te krijgen met een stelletje ongeorganiseerden. Wedden dat het niet lukt.” ☆ Jo van Loon is een doorzetter, dat vertelt ons de penningmeester van de afdeling: Adriaan Meester. Adriaan is al heel wat keren samen met Van Loon op huisbezoek geweest. Hij herinnert zich hoe ze een paar jaar geleden bij een pas-getrouwd stelletje op visite waren. Ze hebben gepraat
als Brugman, maarde jongeman liet zich niet overtuigen. Hij wilde niet inzien, dat het goed is om lid te zijn vaneen vakbond. Meester wond zich helemaal een beetje op. „Moet je luisteren”, zei hij, „je hebt het hier hartstikke goed voor elkaar, een mooi huisje en behoorlijk ingericht. Zo gezellig als wat. Maar weet je eigenlijk, dat alles wat hier staat ook een beetje van mij is. Want ik heb bijna veertig jaar meegevochten inde vakbeweging. Ik heb er met al die duizenden anderen voor gezorgd, dat jij een beter bestaan hebt gekregen. Alles wat we tot nog toe hebben verwezenlijkt is te danken aan de vakbeweging en daarom zeg ik: alles wat hier staat is ook een beetje van mij. Weet je wat nou zo mooi is", vertelt Meester verder, „een paar weken later kwam die jongen bij mij langs en bood helemaal zijn verontschuldigingen aan, dat hij indertijd niet wilde inzien, dat hij ook hoort mee te doen inde bond. Maar hij liet zich alsnog inschrijven. Dat is het hè, je moet vasthouden en nooit opgeven.” ☆ Jo van Loon heeft het wel meegemaakt, dat hij mensen pas na drie jaar kon inschrijven. En denk niet, dat die mensen dat alleen maar doen om van het gezeur af te zijn. Geen kwestie van. Het aantal afschrijvingen inde afdeling Bergen op Zoom is minimaal. Trouwens het gaat helemaal goed met de afdeling. Samen met districtsbestuurder Wiel Janssen worden adressen opgesnord. En denk er om, dat al die adressen worden bezocht. Er wordt er niet één overgeslagen. Hetzelfde met de afschrijvingen. Een paar uur nadat penningmeester Meester een afschrijving binnen heeft, zit hij al bij propagandaleider Van Loon, om hem een tip te geven. Binnen enkele uren hangt Van Loon dan bij de „afschrijver” aan de deur om te horen wat er aan de hand is. Dikwijls blijkt dan nog, dat een bedankje alleen maar het gevolg is vaneen misverstand. Maarde mensen zeggen niet dat ze het ergens niet mee eens zijn, of dat er iets is misgelopen; ze bedanken. En als je dan maar gauw bij de „afschrijver” bent is er nog heel veel te redden. ☆ De paarden die de haver verdienen krijgen het niet'. Dat zegt men wel eens. Maar voor de afdeling Bergen op Zoom gaat dat niet op. Vorig jaar wonnen de Bergenaren het zilveren aambeeld in het district Roosendaal en dit jaar staan ze weer bovenaan. Daar komt nog bij, dat Roosendaal tot nog toe ook het beste district is. Jo van Loon krijgt ook loon naar werken. Hij was de man, die 4 januari het duizendste lid voor de afdeling inschreef. Daarover bestaat geen twijfel, want het 999 e en het 1001 e lid werden ook door Van Loon ingeschreven. Ja het gaat daar wel goed in Bergen op Zoom. De propagandisten willen wel. Zo moet het ook; in het hele land. Want de bond moet groot worden, nog groter dan nu.
PIET BRUSSEL
JO VAN LOON