Vroeger, als aap van een jongen, als iemand ook maar het minste op Sparta had aan te merken, je vloog ’m aan. En thans ? Wel, tegen de club heb ik absoluut niets. Ik hoop, dat ze behouden blijft voor de eerste klas, nog jaren. Maar de misselijke manier, waarop vooral het Rotterdamsch Nieuwsblad propaganda meent te moeten maken voor Sparta, dat wekt een gevoel van onpasselijkheid op.
Waarom moet er toch zoo angstvallig voor gewaakt worden, dat die oude vereenigingen eerste klas blijven ? Wie niet sterk genoeg is om zich te handhaven, weg er mee. Een degradatiewedstrijd zou dan moeten uitmaken, of No. 1 van den Overgang sterker was.
Wanneer er in ons land voetbal gespeeld wordt met het doel de vereenigingen van naam in de eerst klas te houden, dan moet men ook niet klagen, als men een armzalig figuur maakt in het buitenland. M. i. moet er naar gestreefd worden het voetbalspel tot een zoo hoog mogelijken graad van ontwikkeling op te voeren. En op die manier zal het eer achteruit dan vooruit gaan. lemand, die voetbalt, doet dat natuurlijk omdat hij het een genoegen vindt. Maar zoodra men aan een competitie meedoet, moet het streven voorzitten om bovenaan te komen. En zij, die nu beweren, dat de huidige regeling teveel offers vraagt, dat het spel niet langer een genoegen is, welnu, laten dergelijke spelers dan niet meedoen, laat hen onder elkaar een genoeglijkheids-competitie instellen. Wat is er nu echter dan een eerlijken strijd van jonge kerels met het doel No. 1 te worden en te zegevieren over je tegenstanders ?
Wie daar niet van houdt, wel, er zijn andere, minder kracht eischende vermaken. Maar de oorzaak ligt hierin, dat de kracht ontbreekt zich te handhaven. Zeker, de arbeidersjongen gaat geheel op in ons mooie spel, geeft al zijn tijd er aan, laat z’n pianolessen en lessen in welgemanierdheid schieten om te kunnen oefenen en trainen. Hij laat z’n borrel ervoor staan, gaat de kroeg voorbij, alleen om ’s Zondags een gezond lichaam te kunnen stellen tegenover de door studie uitgeputte heeren. Maar mag het voetbalspel worden opgeofferd aan de belangen van enkele vereenigingen ? Door den tegenwoordigen gang van zaken wordt het spel verruwd, zegt men. Waar ruw gespeeld wordt, daar deugt de scheidsrechter niet. Kweek goede fluitisten, en ruw spel bestaat niet langer. Het argument „ruw spel” kan dus ook niet dienen om den achteruitgang van de „glorierijken” te keeren. Daar is maar één middel op en dat middel schijnt bekend bij Haarlem : Behaal veel overwinningen en je blijft, waar je bent.
Als Feyenoord onderaan komt, wel, ’k zou het jammer
vinden, maar dan bleek toch, dat ze te zwak was voor de eerste klas. Dan maar een klas lager. Gaat een vereeniging daardoor ten gronde ? Zoo ja, dan heerscht er geen clubgeest in zoo’n vereeniging. lemand, die een club verlaat, omdat ze niet meer in de hoogste afdeeling speelt, zoo iemand hoort er ook niet thuis. De clubgeest, de saamhoorigheid, die dingen maken, dat een club nooit verloren gaat, al speelde ze in de laagste afdeeling. Ik snap niet, wat voor bezwaar er is, dat b. v. H. V. V. of Sparta, of Haarlem in de tweede of derde klas zouden spelen. lemand, die liefde voor zoo’n club gevoelt, zal haar toch niet in den steek laten.
Wat blieft U ? Zullen de dubbeltjes zoo’n club dan in den steek laten ?
Ai, zoo zoo I Is dat de bedoeling ?
Nemo.
R. F.C. 2-FEIJENOORD 2 0-3.
Tegen half drie brengt R. F. C. den bal aan ’t rollen en gaat regelrecht op v. d. Gaag af. De midvoor komt alleen voor onzen keeper, maar het ingezonden schot wordt schitterend gestopt en weggewerkt naar van der Meer. Deze plaatst den bal op den wing, waar Borremans met een sneltreinvaart er mee van door gaat en voorzet. De R. F. C. keeper komt daardoor in een hachelijke positie, maar door den bal corner te werken, blijft hij de situatie meester. R. F. C. blijft fanatiek doorwerken en bij een doorbraak ontfutselt van der Meer op fraaie wijze den bal aan den R. F. C. midvoor, geeft hem over aan Nootenboom, die al samenspelend met Molenaar, den bal met een flink schot in het net doet belanden. Dan zijn wij een oogenblik niet meer te houden. Nootenboom breekt alleen door en de keeper kan slechts door uitloopen redden. Door buitenspel staan van Willemse, die zijn vorm aan ’t zoeken was, gaan dan verschillende kansen verloren. De rechtsbuiten van R. F. C. begaat dan de fout den bal recht op Naaikens af te spelen. Maar deze schijnt R. F. C. een kans te willen geven, blijft even treuzelen, raakt den bal kwijt en dan komt de R. F. C. – midvoor weer alleen voor van der Gaag te staan, die den ingeschoten bal ternauwernood tot corner kan verwerken. De bal komt bij Borremans, die, ofschoon door 3 spelers gedekt, er weer tusschen uitknijpt, voorzet en Nootenboom zorgt voor de rest (2-0). Kleine van Heel laat dan eenige staaltjes van voetbal zien, door een 3-tal R. F. C. spelers in een ruimte van ongeveer 5 M 2 te passeeren. Kleine puk, ’t is mooi, maar niet altijd productief, hoor. De R. F. C. verdediging komt dan een beetje in ’t nauw en inplaats van den bal weg te werken, legt
Prima Wales Anthraciet f 3.00 p. H.L. (introductieprijs) Kolen-Centrale in dit blad.