expreóóioniót
ANTHONY BOSMAN
Voor de oorlog gold in kunstenaarskringen vrij algentleen de leuze dat kunst niets met politiek uitstaan- ■ de had en dus de schilder en de schrijver evenmin. : De bezetting leerde anders en vele kunstenaars tra- \ den in de eerste rijen der illegaliteit, strijdend voor de elementaire menselijke waarden en voor de vrij- | heid van de kunst, twee dingen die nauwer met elkaar verbonden bleken dan eertijds werd vermoed. ' De van Tsiechische afkomst zijnde, Oostenrijkse i schilder ODSKAR KOKOSCHKA heeft altijd op de ’ bres gestaan voor de democratie: | in Wenen, in Berlijn, in Praag, in ! Londen, omdat zijn hart en zijn verstand hem zeiden, dat alleen onder een democratisch staatsbestel de ; mens zich kon ontplooien in de volheid van zijn : wezen. J
De naar ons land gevluchte Tsjechische humanist Jan Amos Comenius was met zijn geschriften Kokoschka’s leermeester en van hem stammen Kokoschka’s ideeën over de menselijke verlossing door opvoeding, door creatieve bezigheden, door kunst. De mens is zijn probleem, hij is de centrale figuur in zijn geest, en scherp heeft Kokoschka hem gezien, want niet de aesthetica interesseerde hem, doch altijd weer de mens, die hij zag lijden. Men zal dit misschien vreemd vinden, want zijn por-
Oskar Kokoschka, ~Riviergezicht Praag’ (”River-view, Prague”).