WILLIAM HOGARTH

EN DE

ENGELSCHE SCHILDERKUNST

Gedurende de vijf oorlogsjaren heeft in het Nationaal Museum in Londen het werk van de officiële Engelse oorlogskunstenaars gehangen, als het ware een teken, dat ook de oorlog de kunst beheerste.

De schatten van de vermaarde collectie waren naar veiliger oorden gebracht. Maar hoezeer het menige Londenaar aan zijn hart gegaan zal zijn zovele van de bekende doeken te moeten missen, toch had ook deze verandering zijn nut. Want en de ik zou bijna zeggen: geheiligde plaats, waar nu de oorlogsschilderijen van vele belangrijke moderne schilders hingen, en het onderwerp, waarvan een ieder nu eenmaal vol was, beide waren de oorzaak, dat velen, die tot nu toe achteloos aan de hedendaagse kunst voorbij gegaan waren, thans meer belangstelling toonden en dichter bij het werk van hun tijdgenoten kwamen.

Doch de vrede kwam, en met de vrede de collectie meesterwerken van het verleden. Het Nationaal Museum was het eerste dat heropende met vijftig van de belangrijkste schilderijen, verdeeld over twee zalen, een aantal dat inmiddels al weer vergroot is.

Het was een verrassing weer de oude werken te zien, de hoogtepunten van de Britse schilderkunst. Tot een van die hoogtepunten in het overige laagland wil ik mij nu bepalen: WILLIAM HOGARTH, die grote schilder en satyrist uit de eerste helft van de achttiende eeuw. Niet alleen omdat het hierbij afgebeelde schilderij: „Shrimp Girl” mij zo trof door zijn frisheid en zijn kracht van uitdrukking, maar ook omdat Hogarth een boeiende persoonlijkheid is in de dikwijls nogal duffe en matige Engelse kunst, waarvan een Frans criticus eens generaliserend gezegd heeft, dat zij geen oorsprong heeft en dat zij niet geboren maar gefabriceerd wordt. Dit moge dan voor vele kleinere schilders, ook uit Hogarth’s tijd, waar zijn, maar niet voor de toppunten.

Al sedert het begin van de Engelse schilderkunst waren het buitenlanders geweest, die de toon aangaven. Een enkele maal waren zij mannen van groot talent, zoals Holbein en van Dijck, maar voor het merendeel behoorden zij tot de tweederangs-schilders, die hun eigen land verlaten hadden om in het schilderkunstig arme Engeland een roem te oogsten, die zij zeker in hun vaderland nooit gekregen zouden hebben.

De Engelse schilders volgden deze toonaangevende en geprotecteerde vreemdelingen na, met het logische gevolg, dat er van een typisch Engelse kunst eigenlijk geen sprake was. Zo concurreerden de onoprechtheid van den imiterenden Engelsen schilder met de middelmatigheid van den buitenlandsen.

Maar zoals dikwijls in de geschiedenis en ook in de kunstgeschiedenis gebeurt: de juiste man kwam op het juiste ogenblik: William Hogarth, een heftig en door en door Engels kunstenaar, die de

betovering van vreemde overheersing in de kunst verbrak, en een Engelse kunst schiep.

Hogarth is het bekendst als satyrist A Harlot’s Progress, a Rake’s Progress en de beroemde Marriage a la Mode, dit zijn z’n bekendste prentenreeksen, waarin hij zich een realist toonde, die zijn realisme de zin van een moraliteit gaf, zonder dat dit evenwel afbreuk deed aan de picturale hoedanigheden.

Men kan Hogarth niet als een alleenstaande persoonlijkheid beschouwen, integendeel hij was een typische exponent van zijn tijd. Want nog voor hij zijn eerste prentenreeks „Harlot’s Progress” uitgaf, had Daniël Defoe zijn Robinson Crusoe, zijn Moll Flanders dat verreweg zijn beste boek is en Roxana gepubliceerd. Ook Gulliver’s Travels van Swift had het levenslicht aanschouwd, en niet minder belangrijk en kenmerkend voor de tijdgeest dan deze hoeken was The Beggar’s Opera van Hogarth’s vriend Gay. Een van zijn eerste schilderijen had een scène uit dit stuk tot onderwerp, dat de hogere klassen satyriseert.

Maar naast zijn satyrische prenten bestaan er van hem portretten, die met hun levendige kleur, hun vitaliteit wel zeer scherp contrasteren met het werk van zijn voorgangers.

Zijn portretten waren in zijn tijd niet zo geliefd als de gelegenheidsstukken. Hij schilderde te realistisch; men was nog te zeer gewend aan de verfraaiende zwier waarmee zijn voorgangers en ook nog zijn tijdgenoten hun modellen uitbeeldden.

Zou men naar invloeden willen zoeken, dan kan men een typisch Nederlandse invloed ontdekken. Namen als Terborch en ook Tillemans komen op. Maar dat is toch zeer betrekkelijk. Hogarth moeten we in de eerste plaats beschouwen als de eerste, belangfijke Engelse schilder, van wien „The Shrimp Girl” een meesterstuk van scherpe waarneming is. ANTHONY BOSMAN.

National Museum. Londen

.The Shrimp Girl'