a. j. d. van oosten

kleine aanrijding

proeve van modern pro2a

de botsing:

„hei suffert! au verrek —” en hij is buiten kennis

de motorfiets slaat vonken uit de keien

de ander staat wankelend op:

„ooooh

ooooh christenezielen wat hebbic me daar geraakt”

hij loopt in een kring rond

zijn hoofd slingert

hij ziet om naar zijn verwoeste fiets

iedereen in de buurt is verder blij dat hij er vrij van loopt

wij komen kijken dichterbij

een verkeers- en een rijwielagent

drie andere fietsers en een man

twee meisjes en een jongen

hij schreeuwt:

„dries! dries! een ongeluk met een motor!”

en de man zegt:

„hij ligt er nog onder”

de agenten knielen bij hem

iemand zet het „ef-ennetje” tegen den trottoirband

ze weten niet zeker of hij dood is of nog leeft

en dit is het oordeel van den passeerenden dokter:

„bewusteloos

breuk van het rechterbeen

bloeding uit mond en neus

waarschijnlijk lichte hersenschudding

brengt hem naar het ziekenhuis”

ook heeft hij hem voorloopig verbonden

om zeven uur arriveerde de dienstauto

de aangereden fietser is inmiddels verdwenen

en dit is het rapport van den verkeersagent

die had maar een bedrukt briefje in te vullen en

liet daarna alles overschrijven door den rijwielagent

voor het zijne