OVER EEN MAAND TROUW IK Al heb ik nog niet vaak in het huishouden behoeven te helpen, toch ral ik wel een goede huisvrouw zijn Veel van wat een huisvrouw dient te weten heb ik geleerd uit Groote Margriet, het prettige uitgebreide damesblad van Da Geïllustreerde Pers. Ik heb mij dan ook voorgenomen om zoodra wij in ons eigen buisje wonen een abonnement op De Geïllustreerde Pers te nemen. Ik blijf dan op de hoogte van de nieuwe recepten en de practische wenken zullen mij goed van pas komen. En wat gezellig zal het zijn; als we 's avonds samen dit prettige blad lezen. I ©HOILILUSTrRIEIERIBIE PERS E«a graag g«zi«ne gast in mc«r dan 125.000 gezinnen DE OPLOSSING. 't Is voor de huisvrouw in dezen tijd Werkelijk geen kleinigheid: Hoe vult zij toch die vele magen, Die haar thans om iets extra's vragen, 'n Voorraad, die niet mind'ren mag; Eetproblemen ied'ren dag. Zooals men vaak zag reeds tevoren, Wordt uit den nood een deugd geboren. Een vondst verschijnt in 't keukenleven, Die tal van kansen weer zal geven. Om met de fijnste lekkernijen Heel het gezin weer te verblijen! Zonder boter, melk of ei, Zonder vet zelfs bakken wij Taarten, cake en pannekoeken, Flensjes, tulband, and're koeken! t Klinkt haast als een toovenarij: Toch is 'twaar! Hoe heeten wij? *%oerÖm^Panko VRAAGT UW WINKELIER. PEJA-producten Deventer

1U M uh ,

door Elisabeth Stelli

SJAAL

yekcty&t 0 /

Ik ben jarig geweest en toen heb ik van mijn moeder een shawl gekregen. Dat was heel lief van haar maar het was niet de shawl die ik bedoelde. Ik had er een gezien, nouveauté stond er op en die had de vorm van een enorme zelfbinder. Ze was lila met schuine strepen van dezelfde kleur, effen en geribbeld. Een prijs stond er niet bij, natuurlijk niet, nouveauté's zijn altijd duur.

De das die mijn moeder voor me had igekocht was geen nouveauté. Juist het tegendeel. Ik kan me voorstellen dat de verkoopster zei: „Hier heb ik iets aparts voor u en de prijs is ook niet hoog." Ze aal hem hebben omgestrikt en het zal een oogenblik de schijn hebben gewekt dat het inderdaad iets aparts was. En later zal de verkoopster tegen de chef hebben gezegd: ,.Gelukkig, dat ding zijn we kwijt" En mijn moeder zal het thuis hebben uitgepakt op haar kamer (vier hoog, afdeeling dienstpersoneel) en opnieuw bewonderd. Want mijn moeder heeft geen smaak. Ze heeft ook nooit de gelegenheid gehad smaak aan te kweeken. Ze heeft altijd hard gewerkt en moest alleen tijd maken om mij ter wereld te brengen en me te kleeden en te voeden en nu en dan te liefkoozen.

Natuurlijk deed ik of ik heel blij was met die shawl. Moeder kwam 's middags even in de zaak op een stil oogenblik en Hettie deed of ze niets zag en liet ons smoezen achter de toonbank, beschermd door de groote glimmende koffieketel. Moeder kon 's avonds niet komen, want ize werkt in de keuken van een hotel en dien avond was er diner. We zouden het den volgenden dag vieren, maar ze wilde me toch vandaag m'n cadeautje geven. Het was een geweldige teleurstelling voor mij, dat leelijke ding. Hij is hardpaars met witte en zwarte cirkels. Degene die haar ontworpen heeft, had een kater of een complex.

Maar mijn moeder zag het niet eens. Ze lachte gelukkig en vond me erg mooi er mee, want ik deed hem even om en op het zwart en wit, dat ik moet dragen, vloekt hij niet, maar wel op mijn bruine mantel. Ik had nog 'n stille hoop dat Hettie die andere mee zou brengen voor me, want in haar presentie heb ik het er over gehad en later hebben we samen voor den winkel gestaan en heb ik haar de shawl aangewezen. Hettie is altijd erg royaal. Maar ze gaf me een manicuurdoos die misschien duurder was dan de shawl. Ze kan het best betalen want ze is cheffin en hoeft het niet te hebben van de fooien zooals ik. Dat is niet prettig, je moet het kunnen, fooien incasseeren. Lise kan nonchalant dank uuu! izeggen ook al krijgt ze een tientje fooi bij wijze van spreken. Ik ben nog altijd bang dat ik niet dankbaar genoeg ben — én dat ben ik ook eigenlijk niet. Niet, dat ik de fooi te weinig vind, maar ik vind haar zoo vernederend. Ik had veel liever een andere baan gehad, bijvoorbeeld op kantoor, maar ik kan niets, moeder had ook

geen geld me verder te laten leeren. En dienster in een cafetaria kun je ook wel worden zonder diploma H.B.S. Wij moeten alleen van onbesproken gedrag zijn en dat is voor kantoor niet altijd vereischt.

En vanmiddag kwamen er een paar dames in het gedeelte dat ik bedienen moet. Ze namen een thécomplet met een zoute schotel en terwijl de eene bestelde, deed de ander haar mantel uit — en toen droeg ze mijn nouveauté. Ze hing haar achteloos aan de kapstok, haar malle hoed hield ze op.

Ik haatte dat mensch. Dat kun je zoo hebben: als je iemand ziet die je eigenlijk verder niets aangaat kun jé denken: wat een aardig mensch en je kunt ook 't tegendeel denken. Ik bedacht dat ik Zondag met mijn moeder izou gaan wandelen, dat gebeurt maar eens in de veertien dagen omdat we dan allebei vrij zijn en dan moet ik die leelijke shawl wel dragen. Mijn moeder en ik wonen niet bij elkaar, zij is intern in het hotel en ik woon op een kleine kamer in een doodsche straat. Maar we probeeren te sparen zoodat we eens samen een verdieping kunnen huren en dan nemen we iemand in pension.

Maar van het oogenblik waarop dat mensch haar shawl aan de kapstok had gehangen had ik geen rust meer. Ik wist dat ze een tijd zou blijven want dames met thé-complet blijven lang zitten en hebben er recht op dat te doen. Het werd heel druk en de kapstok raakte vol en toen dacht ik: als ze die das eens verwisselden. Ik hoopte het geweldig want eigenlijk gun ik niemand die mooie shawl en zéker niet dat mensch. Ondertusschen hadden ze gezelschap gekregen van twee heeren en die bestelden ook een thé-complet. En terwijl in de keuken de schotel geschikt werd ging ik me even opknappen achter; ik deed wat crème op mijn neus en kamde m'n haren. En toen... ik weet niet hoe het allemaal gebeurde en welke gedachte me bezielde, maar ik stopte moeders shawl in de zak van mijn jurk boven het geld. Ik moest haar wel bij me hebben want als moeder onverwacht komt is het te gek wanneer ik haar niet draag. Mn ouwe voiletje, dat flodder, zit in m'n mantelzak.

Het was heel druk en vol; er waren zelfs extra stoelen bijgekomen en er was ook een strijkje. In den beginne kreeg ik altijd erge hoofdpijn van dat stemmengeroes en die muziek, nu hoor ik geen van beiden meer. Alleen is het een geruisch of je bij de zee bent. De gérant liep beminnelijk glimlachend rond maar er ontging hem niets en ik was blij dat ik me opgefrischt had.

Na een tijd stond het stel op en de heeren hielpen de dames in hun mantel en ze waren erg vroolijk en opgewonden en het mensch met de nouveauté keek naar die eene heer of ze hem verslinden wilde met haar oogen. En hij keek een keer naar haar hoedje of hij er liefst een klap