Grondleggers van Nederlands glorie ter zeel
Te recht is iedere Nederlander trotsch op onze Gouden Eeuw als de belangrijkste en schoonste periode van onze vaderlandsche geschiedenis. En deze fierheid wordt in het bijzonder gerechtvaardigd door de verrichtingen van onze zeehelden uit dien tijd.
Toch weet men over 't algemeen te weinig over hun daden, en elke uiting, die in dit tekort aanvulling kan geven moet bijizonder worden toegejuicht.
Zulkeenbijdrage tot de vermeerdering der bekendheid met onze zeventiend' eeuwsche vlootvoogden levert zeker het pas verschenen boek „Twaalf Doorluchtige Zeehelden" door J. C. M. Warnsinck*).
In dti werk worden de figuren en de beteekenis geschetst van een dozijn mannen, die zich onsterfelijke verdienste hebben verworven in den strijd ter zee voor ons vaderland. Speciaal
Johan van Galen.
Hieronder: Tafereel uit den Vierdaagschen Zeeslag.
waardeeren wij, dat hierbij zeehelden worden behandeld, die betrekkelijk geringe bekendheid of populariteit bezitten, want vele landgenooten hebben zóóveel bewondering voor kerels als De Ruyter, Tromp en Piet Heyn, dat zij te weinig aandacht overhouden voor andere dapperen en bekwamen, izooals bijvoorbeeld Van Galen, Kortenaer, Evertsen, Banckert, Van Nes, Sweers, Van der Zaen, De Bitter, Van Ghent, Crijnse, Hiddes, Swartenhondt, Quast en Lamibert.
Dit is niet juist, want ook zij hebben met moed en bekwaamheid gestreden voor de grootheid van de Republiek; hun daden kunnen de generatie van thans inspireeren en met trots vervullen.
Enkele van de zoojuist genoemde, minder bekende zeehelden worden in 't boek van Warnsinck besproken, en wij vinden dit zóó belangrijk, dat we er hier 't een en ander aan ontleenen
JOHAN VAN GALEN (1604-1653).
Het is zeker niet te wijten aan Van Galens tijdgenooten, dat zijn naam thans niet meer zoo luid klinkt in ons land; zij hebben hem geëerd als een onzer beste vlootvoogden; hem in tallooze gedichten den hoogsten lof toegezwaaid; hem voor zijn daden gedankt, en zijn heengaan betreurd.
Toch heeft dit alles weinig gebaat; de roem van een Witte de With, van een De Ruyter, en van de Trompen heeft den zijnen overschaduwd; een nationale held is van Galen niet gebleven, en de herinnering aan zijn daden is bij ons volk slechts vaag.
Johan van Galen was zes jaar jonger dan Maerten Harpertszoon Tromp en vier jaar ouder dan De Ruyter. In 1630 kreeg hij voor 't eerst een eigen schip onder zijn voeten en gedurende eenige jaren heeft hij koopvaarders door het Kanaal en naar de Oostzee geleid. Menige Duinkerker-kaper heeft voor hem de vlag moeten strijken.
In den zeeslag bij Duins — in 1639 — heeft hij in het eskader van Tromp meegevochten tegen de Spaansche vloot; hij boorde eenige vijandelijke schepen in den grond en dwong er een tot overgave.
Na Duins is Van Galen voortgegaan met op zeeroovers te jagen en koopvaarders te convoieeren.
Na een loopbaan, die rijk was aan wisselvalligheden, maar waarin hij nimmer voor een vijand week, trok Van Galen zich in 1650 terug uit den actieven dienst, omdat hij bij gevechten in de Middellandsche Zee ernstige verwondingen had opgeloopen.
Toen in 1652 echter de Eerste Engelsche Oorlog uitbrak, en de Staten-Generaal een beroep op hem deden, gordde Van Galen den deigen weer aan. Hij werd naar de Middellandsche Zee gestuurd om den Engelschen handel aldaar lam te leggen en de Engelsche oorlogsschepen te verjagen.
Reeds bij het eerste treffen met den vijand behaalde Van Galen een overwinning; verscheidene Engelsche oorlogsschepen werden in den grond geboord en twee Engelsche convooien zochten een toevlucht in neutrale ""havens, de eene te Livorno, de andere bij Elba. Maandenlang hielden Van Galens schepen de koopvaarders daar opgesloten en bovendien doorkruiste hij in dezen tijd de geheele Middellandsche Zee, op jacht naar Engelsche fregatten, die zich echter niet vertoonden.
Tenslotte slaagden de Engelsche schepen bij Elba er in de blokkade te breken, en bovendien kwam er een Engelsche oorlogsvloot opdagen,
Eybcrt Kortenaer.
om de geblokkeerde schepen bij Livorno te ontzetten.
Van Galen manoeuvreerde nu met zijn schepen izoo, dat het de schijn had alsof hij den strijd met de Engelsche oorlogsvloot zou aanvaarden, maar toen de koopvaarders weg wilden glippen, wierp hij zich, onverwachts den steven wendend, eerst op hen! Vijf van de zes Engelsche koopvaarders werden buitgemaakt of vernietigd.
Nu was Van Galen zijn tegenstanders te slim af! De Engelsche oorlogsschepen trachtten Van Galen weg te lokken uit de baai van Livorno, ten einde de koopvaarders gelegenheid te geven te ontsnappen, terwijl van Galen in gevecht zou zijn gewikkeld met de oorlogsschepen.
Daarop wendde hij zich tegen de Engelsche oorlogsschepen, die echter weldra aan den haal gingen. Helaas, een kanonskogel verbrijzelde toen het rechterbeen van Van Galen, en eenige dagen later bezweek hij aan de gevolgen. Een fraai marmeren monument dekt het graf van Van Galen in de Nieuwe Kerk te Amsterdam.