Waar de Zweefvliegtuigen worden gebouwd
Een kijkje bij de N.V. Vliegtuigbouw te Deventer
In den loop der laatste jaren heeft zich in ons land een nieuwe sport langzamerhand burgerrecht verworven. Die nieuwe sport is de zweefvliegerij, die steeds meer aanhangers verwerft. Kan het ook anders?
Ons land heeft in den loop der jaren bewezen, dat het op luchtvaartgebied aan de spits staat; prachtige vluchten die de wereld verbaasden zijn door onze aviateurs gemaakt en over geheel Europa en zelfs daarbuiten ronken dag in dag uit onze Nederlandsche vliegtuigen. Dat alles heeft de belangstelling voor alles wat luchtvaart betreft wakker geroepen en het is niet alleen onder de jeugd, die op het oogenblik nog de schoolbanken bevolkt, dat een groot enthousiasme is ontstaan. Integendeel, wie zijn oor te luisteren legt en geen vreemde is op en om de vliegvelden, weet, dat ook onder de ouderen van wat men de „jongere generatie" pleegt te noemen, iets leeft en kookt en dat ook daar de aandacht sterk gevallen is op de luchtvaart. Het motorvliegen is, helaas, nog altijd te duur voor een zeer groot deel van de luchtvaartenthousiasten en het ziet er niet naar uit, dat daarin in de naaste toekomst verandering zal komen. Toch wil men de lucht in, zelf de stuurknuppel hanteeren. En ziet, die mogelijkheid bestaat door de zweefvliegerij.
Men begrijpe ons wel: wij beschouwen de zweefvliegerij niet als 'n soort „ersatz" voor motorvliegen. Integendeel, in ons verdere artikel zullen wij 'gelegenheid hebben om op enkele punten te wijzen, waardoor het zweefvliegen in een geheel ander licht zal komen te staan en waaruit men begrijpen zal, dat het een volwaardig zusje is van het motorvliegen.
De zweefvliegerij, wij zeiden het hierboven al, heeft hier te lande een grooten, nog steeds groeiende aanhang verworven. In vrijwel eiken hoek van het land bestaan zweefvliegvereenigingen en langzamerhand zijn wij zoover gevorderd, dat onze Nederlandsche zweefvliegers tot goede prestaties in staat zijn. Wij herinneren b.v. aan het onlangs aan onze kust gevestigde Nederlandsche duurrecord van den heer Van Nyenhoff, die erin slaagde met een Grunau Baby ongeveer 6 uren onafgebroken in de lucht te blijven en op enkele overland vluchten door verschillende Nederlandsche zweefvliegers.
In ons land heeft geruimen tijd een ernstige misvatting geheerscht over de zweefvliegsport. Men meende dat in ons vlakke land voldoende stijgwinden zouden zijn om tot goede prestaties in staat te zijn. Men staarde zich hierbij blind op onze Oostelijke buren, die over steile hellingen beschikten waarop de wind breekt en opwaartsche stroomingen ontstaan. Deze hellingen ontbreken in ons land (de duinenrij bij gunstige winden uitgezonderd). Maar men vergat de z.g. termiekstroomingen, die b.v. ontstaan op een zonnigen
Hierboven: een onderdeel van een vleugel. Links: de neus van het toestel vereischt zeer veel zorg en technische kennis. Alles aan een zweeivlicgtuig wordt gelijmd, van daar de vele klemmen.
zomerdag boven zandvlakten, zooals speciaal op de Veluwe voor komen, of boven korenvelden enz.
Deze stroomingen kunnen zeer sterk zijn, zooals b.v. een sportvlieger die op een warmen zomerdag de Veluwe (b.v. het Kootwijkerzand achter het Radiostation) passeerde, zal kunnen bevestigen. Ook in onweersbuien kunnen enorme stijgwinden voorkomen, hetgeen bij de Duitschers goed bekend is, records worden daar ook veelal gevlogen in zoon z.g. onweersfront.
Zulk zweefvliegen is geen kinderspel. Stijgwinden van 15 meter per seconde zijn niet zeldzaam in een onweersbui. Stelt U zich even voor, wat dat zeggen wil, per minuut ongeveer een kilometer stijgen, met de kans om. even later in een daalwind te komen, die het toestel weer omlaag drukt. Dat zulk vliegen „ersatz" is voor motorvliegen zal zeker niemand au serieu durven
beweren. ,
En tevens ligt hierin opgesloten, dat de zweettoestellen, die in zulke onweersbuien vliegen, enorm sterk moeten zijn en in dit opzicht zeker niet voor motorvliegtuigen onderdoen. Een gewoon vliegtuig toch zal indien eenigszins mogelijk, om een onweersbui heenvliegen; de zweefvlieger zoekt de bui juist op, om de sterke windkrachten uit te kunnen buiten.
Het staat op het oogenblik wel vast. dat ook in ons land de zweefvliegerij toekomst heeft en die erkenning ligt ook opgesloten in de belangrijke subsidies, die het Nationaal Luchtvaart fonds voor de zweefvliegers beschikbaar stelde. De belangstelling is dus groot en de toekomst zonnig voor de Nederlandsche zweefvliegerij.
Een handicap voor onze clubs was echter, dat de toestellen practisch gesproken hier te lande niet werden gebouwd, anders dan door amateurs, die maanden en maandenlang zwoegden in hun vrije uren om hun toestel, hetzij een prestatie- of lestoestel, in elkaar te zetten. En dan na een korten tijd van oefenen kwam onherroepelijk het oogenblik, waarop het zoo moeizaam vervaar-