De vierhonderd zwarte arbeiders van de katoen aanplanting Beatrice Caroba in Portu geesch West Afrika, moesten bij hun zware werk een goede verpleging hebben. En dat was niet zoo eenvoudig, want de altijd hongerige negermonden verslonden enorme hoeveelheden etenswaren.

Ik had opdracht gekregen van de directie om voor het noodige vleesch te zorgen, en ik was dan ook verplicht om geregeld verre jachttochten te maken, en de doode dieren over groote afstanden mee te sleepen.

Van de Zuid Afrikaansche boeren leerde ik het vleesch in lange strooken te snijden, vervolgens flink te zouten en te drogen op de z.g. Karimba, een houten rek.

De reepen vleesch krompen dan erg en gingen ten slotte op verdord hout lijken.

Maar ik merkte al gauw dat het op deze manier gedroogde vleesch maanden lang bevaard kon blijven.

Het werd tot hoeveelheden van 30 K.G. samen gebonden.

Ik had in het meer Ngolome twee groote nijlpaarden geschoten. Het vleesch was in reepen gesneden, gedroogd en vervolgens vertransporteerd naar het zandeilandje in het midden van de Calumbe rivier tegenover het dorpje Kariapuku.

De negers uit Kariapuku, strijdzuchtige mannen, hadden een paar dagen tevoren ruzie met ons gekregen zoodat er na afloop van het gevecht aan beide kanten gewonden te betreuren waren.

Bovendien hadden de negers gedreigd dat ze mijn zwarte mannen zouden dooden. Daarom liet ik de dorpsbewoners weten dat ik zelf de wacht zou houden bij het gedroogde vleesch. Als ze trek hadden mochten ze komen, maar ik zou ze warm ontvangen.

Den volgenden morgen werd het vleesch nog eens aan de Karimba gehangen en droogde in den loop van den dag bijna geheel uit. Maar geen van de Kariapuku negers liet zich zien. Tegen den avond stuurde ik mijn zwarten naar de legerplaats terug die ongeveer vijf kilometer verder op het land lag.

Toen de schemering begon te vallen, besloot ik eveneens naar land te paddelen, maar tot m'n groote schrik merkte ik dat de boot afgedreven was en ik dus als het ware gevangen zat op het eiland. En de zwarten zouden niet merken dat ik nog op het eiland was, want ik had een veldbed op een uitspringende rots aan den kant laten aanbrengen om van m'n hooge schuilplaats af een oogje op het vleesch te kunnen houden.

Ik begreep, dat er niets anders op zat dan me er maar in te schikken, want aan zwemmen viel wegens de ontelbare krokodillen niet te denken.

Gelukkig stond er in de nabijheid van de Karimba een klein kaal boompje, en ik had al gauw ontdekt dat een der takken ongeveer op manshoogte een vrij goede zitplaats bood.

Voorzichtig klauterde ik naar boven, want

weldra zou het donker zijn

De maan hing als een smalle sikkel aan den donkeren hemel, en eenige minuten later was het kleine eilandje als het ware door de krokodillen ingenomen.

Geen wonder, want de dieren kwam op de lucht van het vleesch af.

Ik had slechts 12 patronen bij me en begreep maar al te goed dat ik daarmee niets kon uitrichten tegen de dieren.

Ik had een gevoel alsof ik in een muizenval gevangen zat.

Des nachts zijn alle dieren der wildernis gevaarlijk voor de menschen omdat ze als het

ware schijnen te voelen dat de mensch in het donker hulpeloos en onhandig is. Ik voelde dat de ellendige monsters langzaam maar zeker dichter en dichter bij ij kwamen.

Telkens als ik even verzitten ging, boog ) de dorre tak krakend * naar beneden, en hoorde ik de kroko- . dillen over het zand ! I schuiven.

De atmosfeer werd \ geheel verpest door ' een smerige, sterke vischlucht. X

Af en toe hoorde ik de breede kaken over

elkaar schuiven ot klonk een

dof geknor van beneden tot me door.

Plotseling bonsde er een zwaar lichaam tegen den boom aan, en ik voelde dat de tak waarop ik zat zoo diep naar beneden boog, dat de punt een geschubde rug aanraakte.

Ik klemde er m'n armen wat steviger omheen en hoopte maar dat de tak niet af zou breken, anders was ik verloren.

De muskieten zorgden er wel voor dat ik niet in slaap viel.

Ik hoorde hoe de krokodillen het eene stuk vleesch na het andere van de Karimba scheurden en opvraten of met hun buit in het water gleden.

Daar vochten de gepantserde roofdieren dan weer met elkaar om het voedsel, en brachten het water in beroering met hun staarten.

Mijn beenen waren door het uren lang in een houding zitten heelemaal ingeslapen en gevoelloos.

De wolken werden door den wind wat uiteen gedreven, en toen ik naar beneden keek zag ik dat het vlak onder me wemelde van krokodillen

Lang was de nacht, oneindig lang, de tijd scheen wel stil te staan en ik kon niet normaal meer denken toen de hemel aan den Oostkant ten slotte rood begon te worden.

Nu werd het ook spoedig heelemaal licht en de eene krokodil na den anderé verdween met

een plons in het water tien twintig

honderd en nog meer

Toen de eerste stralen van de zon op het water weerkaatsten, lag het eiland weer eenzaam en verlaten, geen krokodil was er meer te zien. Maar de vele sporen toonden wel aan dat ik niet gedroomd had.

Toen ik naar beneden wilde klauteren, viel ik als een blok op den grond.

Mijn beenen en armen schenen wel dood te zijn, zoo gevoelloos waren ze.

Een kwartier later had ik een gevoel alsof er millioenen mieren door m'n vleesch rondkropen en kriebelden en beten.

Geen half uur na zonsopgang paddelde een kleine boot op het eiland af.

Het was de goede Domingo, de voorman van mijn zwarten.

Vlak achter hem volgde nog een boot met vier zwarten.

Met groote, verschrikte oogen keek Domingo naar de sporen van de krokodillen, vervolgens naar mij en het boompje.

Toen viel hij op z'n knieën en weende totdat de tranen over z'n wangen liepen.

Ik denk dat hij het net zoo'n wonder vond als ik zelf dat ik dien nacht niet door de krokodillen opgevreten was.

Loopen en staan werd tot een marteling

Het Radox zuurstofbad bracht uitkomst

Leest wat de heer W. H. ons schreef: „Mijn voeten waren zoo erg gezwollen en pijnlijk, dat ik nauwelijks kon loopen, ik was bang s morgens mijn schoenen aan te trekken. De pijnen maakten mij bovendien erg zenuwachtig. Ik had van Radox gelezen en besloot tenslotte een pak te koopen. Ik kan U verzekeren, dat na een voetbad van een half uur alle pijn verdwenen was; het brandende, pijnlijke gevoel was weg en mijn voeten hadden weer de normale grootte. Mijn voetbezwaren zijn nu voorgoed verdwenen. De zuurstof, die Radox in het water vrijmaakt, ziet ge als duizenden en duizenden kleine belletjes in het water opstijgen. Deze zuurstof dringt in de poriën, waardoor de huidwerking krachtig versterkt wordt. De schadelijke stoffen en zuren, die zich in Uw voeten onder de huid hebben opgehoopt, en de oorzaak der brandende pijnen en hinderlijke zwellingen zijn, worden hierdoor naar buiten gedreven, waardoor de pijnen vrijwel onmiddellijk zullen ophouden. De levenbrengende zuurstof heeft bovendien een heerlijk kalmeerende en versterkende invloed. Uw voeten zullen dan ook na twintig minuten volkomen pijnloos, verfrischt en verjongd uit het Radox voetbad te voorschijn komen. De zouten, die Radox bevat, maken de huid bovendien zacht en glanzend; harde huid en hinderlijke, pijnlijke eeltplekken zullen verdwijnen, zelfs eksteroogen kunt ge na enkele voetbaden met wortel en al zonder meer verwijderen. Radox is verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten a ƒ0.75 per pak, omzetbelasting inbegrepen. Nu ook verkrijgbaar in kleine pakjes a ƒ 0.12per stuk. Imp. NV. Rowntree Handels Mij., Heerengracht 209, Amsterdam (C.)