Oude herinneringen op nieuwe wegen!
(Langs Heereweg en Haren)
Welke uitbreidingen Haren als Groningens voorstad ook moge ondergaan en in welke mate het moderne doordringt tusschen het historische, toch zullen kerk en toren, het centrum blijven, in eerwaardigheid en hooge rust vlak naast het komen en gaan van al het nieuwe. De bouwmeesters De Stuers en Cuypers constateerden dat dit Romaansche gebouw reeds dateert uit 't laatste der Kruistochten! Het koor is het oudste gedeelte. De toren is schitterend gerestaureerd en de kerk zou zelf een hoofdstukje waard zijn. Herinneringen aan de abdis van Yesse, aan „Bommen - Berend", aan soldaten der Saksers, aan brandstichting en oorlogen, aan de alleroudste, Bataafsche keiendelvers (zie de groote zwerfblokken!), aan de oude rechtspleging met ketting en schandpaal, — al deze beelden uit den goeden (?) ouden tijd komen hier voor ons geestesoog, al razen achter onze rug de moderne motoren. Het
verleden blijft ook in het heden leven! Rechts: ziet ieder hierin een tafereeltje vlak bij Groningen? Ga eens staan tusschen Helpman en de stad en geniet ervan! Het is ten Oosten van de „Natte Brug", vóór de annexatie van Helpman de grens van de gemeente Haren, en een deel der oude „Redouten", die op hun beurt weer deel uitmaakten van de verdedigingswerken aan de zuidkant der vesting. Even dichter bij de stad, waar nu de watertoren staat, lag de z.g.n. „Droge Brug" over droge grachten en gangen, waar de jeugd hun vrije uren doorbracht met prachtige spelletjes!
We kunnen niet blijven staan en vertellen bij elke historische plek op onzen weg. Dat zou te veel zijn. We sparen ook iets voor later, en gaan voorbij de „eerste Quintus" (zooals men vroeger zei en „De Kamp" bedoelde); voorbij Hilge Stede; voorbij de „2e" Quintus (Esserberg) en blijven mijmeren bij de ,,3e" Quintus, n.1. het Huis Hemmen. Dat heeft een oude geschiedenis als burcht temidden der grachten (tot 1805) en als een heerlijk goed, ver voordat de fam. Quintus het in bezit kreeg. In 1672 moest hier Mevr. Alberda den belegeraar Barend van Galen gastvrijheid verschaffen met zijn paarden en alles, wat tot een hoofdkwartier van het leger behoorde. Ook thans nog maakt dit buiten een aristocratische indruk naast de buren in moderner gewaad.
Een welbekend dorpsge zicht in Haren. In deze buurt stond het perceel, vaarin ten jare 1437 een valsche munter woonde. De straf op dat vergrijp — toen er bovendien al zooveel „fraude" gepleegd werd met het besnijden der munt-randen — was lang niet malsch. Hij werd gezoden, d.w.z. in kokende olie op de Markt te Groningen ter dood gebracht! Dat „quaet golt ende sulvergelt" bracht dus ook „quade" rente! Zondagsgasten en touristen .— laat u niet ter neer slaan door deze droefgeestige mededeeling!
Hieronder: even oostwaarts van den Heereweg — de Esserweg op, voorbij de nieuwe begraafplaats — en we staan op een terrein, dat voor ons even goed als het kerkhof zelf de taal van het memento mori spreekt. Waar nu de her en der gelegen huisjes en deze
boerderij staan, delft men somtijds nog zware kloostersteenen op, resten van het eenmaal uitgebreid nonnenklooster van Yesse. Anno 1216 werd het gesticht en bevestigd door Bisschop Otto van Utrecht. Veel is hier geleden in de woelingen der 16e eeuw, door Gelderschen en Saksers. De bekende Graaf van Rennenberg vertoefde hier eenigen tijd. In 1594 luidde de doodsklok van deze stichting, en thans men kent en vindt de standplaats zelfs niet meer".
Maar de naam Essen is er nog.