Hel PQd van ixion.

Moeizaam reden de beide mannen voort, het gezicht strak en effen, het hoofd diep gebogen. Het was nu reeds de vierde dag, dat ze geen water hadden gehad. Hun geheele voorraad was verloren gegaan bij een van die vreeselijke woestijnstormen, die men in de Libysche woestijn maar al te goed kent. Dat was nu vier dagen geleden. Ze waren op weg geweest van Kibabo naar El-Fasjer en hadden reeds drie dagen gereden, toen de noodlottige storm hen overviel. Hierbij verloren ze hun w'aterzakken en ontkwamen zelf ternauwernood aan den dood en. wat even erg was, ze waren het karavaanpad kwijtgeraakt.

Zoo doolden ze nu rond, door de fel beschenen vlakte, met een akelig droge keel en een tong, die van leer scheen te zijn, zonder één druppel van dat verfrisschcnde vocht, dat men water noemt. En als om de ellende compleet te maken, hadden ze van tijd tot tijd

ook nog last van die verradelijke luchtspiegelingen. Ze tooveren den vermoeiden reiziger de heerlijkste oasen voor of prachtige steden, die hij werkelijk meent te zien, totdat hij zich weer bewust wordt, dat hij in de eindelooze vlakte dwaalt wie weet, hoelang nogr Of hij zal sterven, door niet te lesschen dorst, of misschien over gindschen heuvel een heele bron vindt...? Och neen! Dat zou een al te mooie hoop zijn, een... vreeselijke ontgoocheling zou zeker volgen

in een der Londen:>chc voorsteden is het gewoonte, dat de nieuwe burgemeesters onder toezicht van een politie-agent gewogen wordt, voordat hij zijn ambt aanvaardt.

Inderdaad, ze volgde, voor onze beide vrienden. En hoe geheel anders, dan ze zich gedacht hadden! Slechts in leven te blijven, om een nóg vreeselijker dood te sterven.,., door menschenhanden. t Waren de Bedouïnen, die hun doodvonnis zouden voltrekken. Dit is een waar nomaden volk, dat vooral vroeger in zeer erge mate, doch ook thans nog de woestijn gevaarlijk maakt. Ze rooven en plunderen

alles, wat ze kunnen en vooral de karavanen zijn een geliefd object voor hun luguber bedrijf. Alle menschen, zoowel vrouwen, mannen als kinderen, die ze levend in handen krijgen, worden meestal als slaaf verkocht, doch vóór ze zoover zijn, moeten ze dikwijls nog wreede martelingen ondergaan, die hun alleen reeds den dood zouden doen wenschen... 't Zou onze vrienden weinig beter vergaan, of liever gezegd, nog slechter. Juist toen ze dachten, van uitputting te zullen bezwijken, waren ze in handen gevallen van de Bedouïnen. Het feit, dat ze weinig kostbaarheden bij zich hadden, kon hen niet redden. Integendeel, het scheen, dat daardoor de woede van den hoofdman opgewekt was, die, om nu op andere manier zijn hartstochten te voldoen, hen een gemeenen dood had toegedacht.

Links: De verkeersagent op den Alexanderplatz te Berlijn is zoo modern mogclijk ingecicht.

Nadat ze twee dagen in Westelijke richting de woestijnsteppen waren doorge-

trokken, kwamen ze in een bergland. Hier ging het langs verschillende paden, soms langs diepe afgronden, naar een kamp. dat tusschen twee hoogc bergtoppen verscholen lag. Vrouwen en kinderen krioelden hier door elkaar, en bespuwden de gevangenen of schopten ze kwaadaardig, zonder, dat deze hier iets aan doen konden. Ze waren, stevig vastgebonden aan handen en voeten, in een hoop vuil neergegooid. Hier bleven ze nog drie dagen liggen, vóór hun einde zou komen. De Eedouïnen hadden inmiddels niet stil gezeten. In een prachtig groen dal, dat vanuit het kamp zichtbaar was, hadden ze twee dikke palen in den grond geslagen, op zt meter afstand van elkaar. Door beide was op gelijk hoogte een gat geboord, waardoor heen de as van een groot rad liep. Het rad had een middellijn van minstens vier Meter. Hierboven, op een hoogen standaard, stond een zonderling toestel, dat van vorm veel overeenkomst vertoonde met een groote verrekijker. Dit was ook het eenige, waarvoor men het van veraf zou kunnen houden. In werkelijkheid was het iets anders.

Biiddie, de lieveling van alle bezoekers der diergaarde te New-York, speelt een droevig liedje van verloren vrijheid.

Toen den volgenden dag de zon reeds hoog aan den hemel stond, werd de jongste der beide, Abdil-El Sjarid genaamd, naar het rad gebracht; zijn makker liet men nog liggen

Vrouwelijke studenten van een Engelsche Landbouwschool met 'n stelletje vette ganzen die het Kerst [eest wel niet zullen overleven.