DE BERGPOORT VAN DEVENTER
(Bij onze afbeelding op de voorpagina)
In het tweede decennium der 17e eeuw hecrschte er groote bedrijvigheid in het toen reeds enkele eeuwen oude Deventer. Het twaalfjarig bestand, in 1609 bereids door Nederlanders en Spanjaarden als een tijd van vrede overeengekomen, drukte zijn eigenaardig stempel op de ~Stedekens der Nederlanden." Men had in het eerste deel van den tachtig jarigen oorlog zijn zwakke punten op oorlogsgebied leeren kenen. De jarenlange ondervinding had uitgewezen, dat een oorlog feller als de reeds voorbije niet met zekerheid zou kunnen gewonnen worden, als niet met man en macht werd getracht onze verdedigingswerken als een vast bolwerk te maken tegen het vijandige leger, want de Spanjaarden, aangevoerd door hun bevelhebbers van grooten naam. wisten wat oorlog voeren was.
Maar ook de bewoners van ~den lagen landen bi der see" kenden hun taak, wisten onder aanvoering van den onvergetelijken stadhouder Prins Maurits vari Oranje, paraat te zijn waar dit noodig mocht blijken. Met het voordeel van op eigen bodem den vijand tc weerstaan, de krijgstaktiek van een Maurits en een vrij goed geordend en geoefend leger, wecgden zc ruimschoots op tegen de geoefende legers der Spanjaarden.
De 41-jarige ondervinding had dus leemtes aangewezen, zwakke punten leeren kennen, was kortom een oorlogsschool geweest.
Geen wonder dan ook, dat de jaren 1610^—1620 grootendeels werden gebruilcfr om in die euvelen te voorzien. In Holland tierden de godsdiensttwisten. Arminius en Gomarus stonden tegenover elkaar. De wetenschap hield zich bezig met spitsvondige theologische dispunten, maar de krijger, de praktische man besteedde zijn tijd aan het herstellen of vernieuwen der wallen en poorten en het vormen van een gediciplineerd leger.
E(n beleg. Burgemeesteren en raadsleden besloten, waarschijnlijk in overlcgj et den prins, om de reeds bestaande wallen nog een wal te bouwen, alsl hecht bolwerk. _
Dit was de reden, voor het ontstaan van de Bergpoort. Geld was er natuurlijk in overvloed noodig en 't was toen al evenals nu met de gemeentekas om n som bij elkaar te krijgen trokken burgcmeester van Marckel en secretaris Haexbergen naar den Haag ~om subsidi van die heeren Rade van State totte poorte. brugge en de back daer selfs’. Hun tocht is niet vergeefs geweest (dat is wel eenig verschil met den huldigen tijd) want ze hebben ..geimpreteerd negen dusent Carolus guldens!” Het belai
Ruggelings aan de Bergpooct staat de oude Groninger Heerepoort, waarvan wij hier een afbeelding geven
igrijkste, de som gelds. was er en nu kon begonnen worden met de bouw. Den 4den September waren de arbeiders dan ook al bezig met het graven van de kolk „binnen de wercken voor de Berghpoorte.” In een korte spanne tijds zou dus de helling van den Berg worden gesierd met een pracht poort, want de architectuur ervan werd opgedragen aan Mr Henrick Keyzer, die haar geheel op zijn atelier in Amsterdam vervaardigde. Wanneer de laatste voeg gemetseld, wanneer de laatste hand aan de poort werd gelegd, weten we niet geheel zeker, wel staat het vast in een oude rekening is het te vinden —dat op den 4en Maart 1621 aan den leidekker betaling werd gedaan voor het dekken met leien van ~die Bergh-
poorte." Dat een leidekker de laatste hand eraan heeft gelegd is natuurlijk logisch. Evenwel mogen we het jaar 1621 niet als vaststaand aannemen voor het beëindigen van het werk. daar die rekening evengoed kan doelen op werkzaamheden aan de binncnbergpoort.
De poort zag er ongeveer net zoo uit als op de foto afgebeeld. Alleen ‘ net dak heeft in de loop van den tijd verandering ondergaan, trouwens iedereen, die een beetje gevoel voor schoonheid bezit, zal dat direct bemerken. Toen de Fransche bezetting in den Napoleontischen tijd in Deventer lag, werd het hooge, spits toeloopende dak eraf gegooid. Later is het door deze bijna onnoozele bedekking vervangen.
Men zal zich afvragen, hoe het komt, dat een dergelijk historisch monument, zoo’n pracht staaltje architectuur van den beroemden Hendrick de Keyzer, niet voor Deventer is bewaard gebleven. Het antwoord op deze vraag is gauw genoeg te geven. De Deventernaren van het laaste kwart der negentiende eeuw waren er de schuld van.
Toen de poort ongeveer twee en een halve eeuw had gestaan, werd ze afgebroken op bevel van den raad, die in zijn vergadering het besluit nam de poort te slechten. Welke reden er voor werd opgegeven? Naast een aantal zeer onbelangrijke redenen, werd als voornaamste genoemd de belemmering van het verkeer. Deventernaar en oud Deventernaar, ik vraag u in gemoede, zou de poort zelfs voor het tegenwoordige, zich mecc en meer uitbreidende verkeer een hinderpaal zijn geweest? Bekijk de poort en haar groote architectonische waarde en zie eens hoe betrekkelijk weinig verkeer er over den Berg gaat! Weegt het een tegen het ander op? Uw antwoord zal stellig „neen" zijn! Gelukkig hebben we in dien tijd ook nog verstandige menschen gehad want in een raadsvergadering van 15 September 1879 werd een missieve van den minister voorgelezen, waarin deze verzocht bij den verkoop der Bergpoort voor afbraak, het wapenschild met de houders, de twee cartouches aan het buitenfront en een trigliph aan de stadszijde van den verkoop uit te zonderen en ter beschikking van den minister van Binnenlandsche Zaken te stellen, om die in één der musea te bewaren. Zoo kan men dan, als men een bezoek brengt aan het Rijksmuseum te Amsterdam in den voortuin de oude Bergpoort zien staan ruggelings aan een oude poort, de Heerepoort uit Groningen,
In samenwerking met den vorigen burgemeester van Groningen, Jhr. Bosch Ridder van Rosenthal werd door enkele Deventer ingezetenen al eenige jaren geleden een poging gedaan de poort weer in de stad terug te krijgen. Evenwel hebben deze heeren geen succes naar verdienste gehad. Thans is er op initiatief van den Nederlandschen aannemersbond afd. Deventer en commissie gevormd, die zich als taak heeft gesteld de Bcrgpoort naar haar „vaderstad" terug te voeren. Enkele pogingen zijn reeds gedaan. De vermoedelijke plaats van de poort werd reeds gegist, maar of de commissie resultaat zal hebben? De tijd zal het leeren. In ieder geval hopen we, dat Deventer eerlang weer zal gesierd worden met een monument uit tijden, die spreken van roem en victorie van welvaart en handel*.
F. J. O
Niet dikwijls meer ziet men rustige tafereeltjes ah op deze foto's. De schapen worden zeldzaam in onze streken en met hen natuurlijk ook de herders en hunne honden. Dit plaatje maakten we te Elzen bij Goor.
*) Voor de verschillende feiten uit dit artikel ben ik dank verschuldigd aan den grooten kenner van Dcventers verleden, den directeur van den Stadsmaag Dr. M. E. Houck. wiens publicaties in ..Eigen Haard" van enkele tientallen jaren geleden een belangrijk feitenmateriaal behelzen.