de stad, in 1885 wordt die drukkende invloed veel minder. Yan 1885—95 loopen de zwarte en de gestippelde lijn niet, als in kromme B parallel, maar zij naderen elkaar, om in ’95 ongeveer op éen punt uitte komen. In 1895 wordt de sterfte aan infectie dus door de aanwezigheid van de kraamzaal niet meer verhoogd; het sterfte-procent aan infectie is nu in stad en kraamzaal hetzelfde. In 1900 stijgt de gestippelde hoven de zwarte lijn: het sterfte-procent aan infectie in de stad-alleen is hooger dan dat van de stad plus de kraamzaal. De aanwezigheid van de kraamzaal wordt nu voor de stad een voordeel: de toestand inde kraamzaal is gunstiger dan inde stad. Kromme C2 teekent de sterfte aan niet-infectieuse oorzaken in stad en kraamzaal samen. Wij zien ook in deze lijn een dalend verloop, en herkennen, zij het ook minder scherp, in C2 dezelfde kromme, die C1 en B te aanschouwen geven. Wij zouden hieruit de conclusie kunnen trekken, dat de sterfte aan niet-infectieuse oorzaken eveneens inde laatste 35 jaar van de vorige eeuw niet onbelangrijk was gedaald, en wellicht geneigd zijn die vermindering uit den vooruitgang der verloskundige techniek te verklaren, wanneer niet een andere, meer rationeele verklaring vlak voor de hand lag. Reeds in het eerste hoofdstuk, bij de beschouwing der kraambedsterfte van de Amsterdamsche kraamzaal, hebben wij nadruk gelegd op de moeilijkheid, om tusschen de vrouwen, welke aan infectie en die, welke aan andere oorzaken overleden zijn, een juiste grens te trekken. Zeker niet minder groot is die moeilijkheid bij het beoordeelen van de gevallen uit de stad. Er is naast de zekere gevallen aan de eene en de andere zijde een groote tusschengroep, waarbij de knoop min of meer willekeurig moet worden doorgehakt. Die twijfelachtige gevallen heb ik in tabel C1 en C2 aan den kant van de niet-infectieuse gevallen gebracht. Leggen wijde grens aan de andere zijde, dat wil zeggen, brengen wij do twijfelachtige gevallen aan den kant der infecties, dan worden onze tabellen als volgt. (Zie tabel D1 en D2 op blz. 203.) Tabel D1 en D2, op Plaat II in kromme gebracht, vertoonen het volgende. In D1 is de overeenstemming met de kromme der totale kraambedsterfte B nog grooter geworden dan in C1 het geval is. De kromme daalt sterker, de zwarte en de gestippelde lijn tusschen ’B5 en ’95 loopen weer parallel. De kruising van de zwarte en de gestippelde lijn tusschen ’95 en 1900 blijft bestaan, als aanwijzing dat het in de kliniek nu beter gaat dan inde stad. Dat kon ook niet anders, in aanmerking genomen, dat inde kraamzaal in 1900 het sterftecijfer aan infectie nul bedraagt. Werpen wij nu een blik op kromme D2, de graphische voorstelling

9