in °/00 van het aantal verlosten rechtop gezet. De toppen dier zuilen zijn vereenigd dooreen zwarte hjn, die aldus de afdalende sterfte van 1865—1900 in geheel Amsterdam (stad -j- kraamzaal) aanschouwelijk maakt. De gestippelde lijn vereenigt de punten, afgezet op de zuil der totale kraambedsterfte, welke het aantal gestorvenen in 0/oo van het aantal verlosten inde stad alleen aan wij zen. De zwarte kolom tusschen de gestippelde en de zwarte lijn geeft dus voor elk der „Stichjahren” den invloed aan, dien de sterfte op de kraamzaal op de totale sterfte in stad en kraamzaal gezamenlijk uitoefent. Het springt in ’t oog, dat die invloed inden voor-antiseptischen tijd (1865 en 75) zeer groot is, en in 1885 zeer sterk daalt. Yan 1885 tot 1895 loopen de zwarte en de gestippelde lijn bijna parallel; in 1900 wordt de invloed der kraamzaal nog iets kleiner. Opmerkenswaardig is verder, dat de invloed der antisepsis zich in de kraamzaal veel vroeger openbaart dan inde stad. Terwijl op de kraamzaal de groote daling tusschen 1875 en 1885 valt, is in 1885 van daling der sterfte inde stad nog niets te merken: zelfs gaat de gestippelde lijn van 1875—1885 nog iets omhoog, wat niet te verwonderen valt, als men bedenkt, dat de praktijk nog geheel in handenwas van geneeskundigen en vroedvrouwen, die inden voor-antiseptischen tijd hun opleiding hadden gehad. Yelen waren nog van de wet voor ’65. Daar ik niet slechts over het aantal gestorven kraamvrouwen, maar ook over de doodsoorzaak beschikte, zoowel wat de stad als wat de kraaminrichting betreft, was ik in staat gesteld, een splitsing te maken tusschen de kraamvrouwen, die aan infectie en de kraamvrouwen, die aan andere oorzaken overleden zijn. (Zie tabel C1 en C2 op pag. 201.) De tabellen C1 en C2 zijn op Plaat II in kromme gebracht. C1 geeft, als men de zwarte vereenigingslijn van de toppen der zuilen beschouwt, de kromme der aan infectie gestorvenen in stad en kraamzaal samen. De gestippelde lijn geeft ook hier de sterfte-kromme aan infectie van de stad alleen, na aftrek der sterfte aan infectie van de kraamzaal. Wij merken op: I°. dat zoowel de zwarte als de gestippelde lijn in kromme C1 nagenoeg evenwijdig loopen aan die van kromme B. Met andere woorden: de daling van de totale sterfte loopt met de daling van de sterfte aan infectie evenredig: de kromme der totale sterfte wordt dus in zijn rijzen en dalen door de sterfte aan infectie beheerscht. 2°. De verhouding van de sterfte aan infectie in stad en kraamzaal geeft in C1 hetzelfde beeld als de verhouding van de totale sterfte in stad en kraamzaal in tabel B. In 1865 en 1875 drukt de kraamzaal zwaar op

7