provocatio abortus teweeg gebracht, had geen bloeduitstorting ten gevolge kunnen hebben, als de foetus op dat oogenblik met had geleefd. __ . Spreker heeft het in Rotterdam zoover gebracht dat hij, in gevallen waar een provocatio abortus tot vervolging aanleiding geeft, met den substituut-officier van justitie bij den of de verdachte huiszoeking gaat doen. Hij heeft den indruk, dat hij de justitie daarbij nu en dan op het rechte spoor beeft kunnen brengen. De meeste aborteuses zijn gepensionneerde vroedvrouwen. Zij hebben meerendeels een goed instrumentarium : zijn bijv. van uterussonde en sublimaatpastilles voorzien. Het geval waar veroordeeling volgde betrof een mannelijken afdnjver, Yelders genaamd, die onder den naam Dr. Mortin zijn praktijk uitoefende. Hij hield er een mooie spreekkamer met groot instrumentarium op na, bestaande grootendeels uiteen keur van anticonceptioneele middelen. Spreker nam daar na lang zoeken een flesch met zeer dunne katheters met mandrins in beslag. De vrouw, bij wie abortus was opgewekt en wier viermaandsch vruchtje door spreker was geseceerd, herkende bij de instructie deze katheters en zeide: „zulk een voorwerp is bij mij ingebracht”. Yelders werd hierop door de Rechtbank te Rotterdam veroordeeld tot 6 md., in hooger beroep door het hof inden Haag tot twee jaar. Eveneens werd een lange katheter in beslag genomen bij vrouw K., een gewezen vroedvrouw die buiten weten van haar man haar praktijken dreef. Deze vrouw, aangeklaagd naar aanleiding van den dood vaneen van haar cliënten, beroofde zich zelf tijdens de instructie van het leven, nadat de zuster van haar slachtoffer haar voor de rechtbank harde verwijten had gedaan. Deze beide gevallen leveren het bewijs dat de vervolging der provocatio abortus toch in enkele gevallen wel tot een resultaat kan voeren. Dit zullen evenwel uitzonderingsgevallen blijven, zoolang de redactie van de wet de vervolging zoo uiterst onvruchtbaar maakt. Spreker vraagt aan Prof. Tre ub , die de zaak aanhangig gemaakt heeft, of de bespreking van het onderwerp in deze vereeniging ten doel heeft, op de wetgevende macht invloed uitte oefenen. De heer Treub antwoordt, dat het door de Gezondheidscommissie op touw gezette onderzoek de aanleiding was, maar dat van het hier behandelde wel degelijk kan uitgaan een aandrang ten eerste tot den wetgever om het bewuste artikel in dien zin te veranderen, dat de provocatio abortus strafbaar gesteld wordt hetzij dat de vrucht leeft, hetzij dat deze dood is. Ten tweede kan gewezen worden op de mogelijkheid die reeds

257