a. 5 maal trad phlegmasia alba dolens op. Zie Placenta Praevia I, XXY en XXVI, eclampsie IV en tangextraotie 111 Blz. 200. b. 1 maal werd een thrombose van de vena spermatica waargenomen. N°. 128. IY-p. 35 j. Xa een normale bevalling op 19 April, waarbij patiënte 3 maal inwendig is onderzocht, gaande lochia den s*® dag stinken. Den Be° dag stijgt de temp. plotseling tot 39.3. 29 April is de uterus sinaasappelgroot, niet pijnlijk; rechts naast den uterus vrij hoog tot inde ileo-coecaalstreek loopt een pijnlijke streng. De volgende dagen neemt de pijnlijkheid rechts inde ileo-coecaalstreek iets toe, en ontstaat daar een vage resistentie. In het rechter parametrium zijn 1 Mei enkele gethromboseerde venae te voelen, geen spoor van infiltratie. Af en toe had patiënte een koude rilling. De diagnose, thrombo phlebitis voorn, der vena spermatica stond nu tamelijk vast. Yan 5—12 Mei was de temp. normaal, alleen 6 Mei nog even 38.6, en de algemeene toestand, die sterk was achteruitgegaan verbeterde. Den 12den dag zat patiënte in bed op, kreeg daarna weer een rilling met matige verhooging en hooge pols, 118, zoodat zij weer absolute rust moest houden. Per vaginam was toen rechts achter tusschen de articulatie sacroiliaca en het promontorium een zeer pijnlijke pinkdikke streng te voelen, bewegelijk tusschen vagina en bekkenwand. Blijkbaar was dus bij het zitten een thrombns losgeraakt. Tot 25 Mei bleef de temp. normaal, de pijnlijke streng was toen verdwenen, patiënte stond op en bleef goed. c. 1 maal een rechtszijdige salpingitis na een abortus provocatus X°. 335. d. 1 maal een dubbelzijdige parametritis met salpingitis gonorrhoica. N°. 294. 11-p. 21 j. Patiënte beviel 9 Sept. praematuur spontaan vaneen kindje van 1.130 K.Q-. dat na 4 maanden overleed (zie couveuse) en kort na de geboorte een blennorrhoe kreeg. Den 3dea dag na de bevalling trad koorts op tot 38.6 met een pijnlijken uterus en stinkende lochia. De volgende dagen was zij afebriel; zij klaagde echter steeds over pijn inden buik, waarom zij langer dan gewoonlijk bleef liggen; den 14den dag steeg de temp. weer boven 38°. Er bleek toen een linkszijdige parametritis te bestaan, de adnexa werden niet gevoeld. Yanaf den 17den dag was en bleef de temp normaal. 7 Oct. werd een dubbelzijdige salpingitis geconstateerd en een lichte infiltratie van het rechter parametrium, terwijl in het linker parametrium een hard infiltraat tegen den bekkenwand lag. Ouder resorbeerende therapie verdwenen de infiltraten en keerden

221