Syphilis. Yan 16 patiënten was of werd liet bekend, dat zij syphilis hadden. 6 I-parae en 10 M-parae. 1 vrouw kwam barende binnen met een ulcus durum aan het rechter labium majus (N°. 370). Er werd een kind geboren, dat na 2 uur overleed. 9 vrouwen hadden floride syphilis, exanthemen of coudylomata lata. N°. 373, 197, 107, 283, 247, 184, 150 en 61; alle waren (deels in het ziekenhuis), onder behandeling. Zij baarden 6 maal een voldragen en 2 maal een onvoldragen levend kind, terwijl één, N°. 26, onverlost vertrok. 5 vrouwen, zonder verschijnselen, die voor resp. l/2, 1,1, 3en 6 jaar waren behandeld, baarden 4 maal een onvoldragen en eenmaal een voldragen gemacereerde vrucht. N°. 87, 369, 320, 184, en 262. Belangrijk is alleen N°. 8. IV-p. 24 j., die sinds 2 jaar af en toe behandeld wordt in het gemeente-ziekenhuis wegens syphilis en reeds herhaaldelijk verschijnselen van krankzinnigheid heeft vertoond. De haring verloopt normaal; er is een lichte graad van hydramniou. Het kind wordt spontaan geboren, ziet er rozenrood uit, maakt ademhalingsbewegingen, doch sterft. Bij de obductie bleek, dat de rechterlong doorzaaid was met speldeknop- tot boongroote knobbels (gummata), terwijl de linker voor een deel gehepatiseerd en voor een ander deel verweekt was. De lever en milt waren zeer groot. Bovendien bestond er algemeen oedeem van romp en extremiteiten en bevond zich inde pleura en de peritoneaalholte tamelijk veel vocht. De placenta woog 1400 Gr. Het kraambed was gestoord dooreen lichte temperatuursverhooging, maar bovendien dooreen psychose, waarvoor zij weer in het ziekenhuis werd opgenomen. Prolapsus funiculi. Afgezien van het uitzakken van de navelstreng bij dwarsligging kwam deze complicatie voor; 7 maal bij hoofdligging, 2 maal bij stuitligging. Bij de gevallen in hoofdligging bestond 3 maal bekkeuvernauwing: I zie p.a. p. I. Blz. 206. De uitgezakte navelstreng werd gereponcerd, daarna spontane haring in hoofdligging. Niet onwaarschijnlijk staat het uitzakken van de streng in verband met het gebruik van den condoomcatheter. 11. Zie Versie en Extractie IY. C. Y. 7.1. Blz. 204. 111. Zie Sectio Caesarea. IV. Blz. 209. Bij de 4 andere gevallen is geen nadere oorzaak bekend.

214